Achtkante of Nieuwe Ziendemolen, Polder Nieuwkoop en Noorden (molenromp) te Zwammerdam

Zwammerdam, Zuid-Holland
Op 29 december 1796 besloot het provinciaal bestuur van Holland tot het droogmaken van de Nieuwkoopse en Zevenhovense plassen gezamenlijk. Het oostelijke deel, tot aan de Meije, de polder Nieuwkoop en Noorden, bleef buiten de droogmaking. Aangezien deze polder voor een groot deel uit water bestond (de huidige Nieuwkoopse plassen) noemde men deze, als tegenstelling tot de drooggemaakte polder Nieuwkoop, de natte polder. De Nieuwkoopse droogmakerij werd bemalen met 18 molens, drie schepradgangen vier-hoog en drie vijzelgangen twee-hoog. De schepradgangen maalden allen uit op de boezem van Rijnland of zelfs Amstelland. De vijzelgangen niet: die maalden uit op de natte polder of er mee gemeenschappelijk liggend water (de ringvaart). De bemaling van de droogmakerij was niet alleen daarom nauw verweven met de natte polder. De bovenmolens van de schepradgangen konden namelijk in geval van nood ook uitmalen op de ringvaart en daarmee op de natte polder.
De natte polder werd ten tijde van de droogmaking bemalen door twee molens, de Ziendemolen en de Meijemolen. Deze molens bemaalden dus niet alleen de natte polder, maar waren ook bovenmolens voor de droogmakerij. Vandaar, dat in 1797 en 1803 overeenkomsten werden aangegaan tussen de droogmakerij en de natte polder, waarbij de droogmakerij de twee molens van de natte polder overnam en tegen betaling zou zorgen voor de bemaling van de eigenlijke natte polder. De capaciteit van de twee molens bleek te gering en vandaar, dat de droogmakerij in 1809 niet ver van de Ziende en de Meijemolen een derde molen liet bijbouwen: de Achtkante of Nieuwe Ziendemolen. Op 6 augustus 1843 werd deze molen door de bliksem getroffen, maar er brak geen brand uit.
Toen de droogmakerij zijn windgemaal opruimde en verving door stoomgemalen verviel de noodzaak van de drie molens in de natte polder als bovenmolen. In 1895 nam de polder Nieuwkoop en Noorden, de natte polder dus de drie molens over van de droogmakerij voor 15.000 gulden. Wel zouden de drie molens de ringvaart en het bovenland van de droogmakerij blijven bemalen.
In 1921 werd op de plaats van de (Oude) Ziendemolen een gemaal gesticht, waarna de Meijemolen geheel en de Achtkante Molen grotendeels werd gesloopt. De stomp van de Achtkante molen bleef dienst doen als woning, waarbij het oorspronkelijke interieur goeddeels behouden bleef.
De vlucht was 26,30 m., het scheprad had een diameter van 4,95 m. bij een breedte van 58 cm. De polder is 1975 ha groot.
Ziendeweg 8, 2471 PZ, Zuid-Holland
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.