Aurora te Baexem

Baexem, Limburg
In 1845 toen verspreid liggende dorp Baexem zo'n 500 inwoners telde liet barones de Kevergerd d' Aldegoor een windmolen naar Baexem verplaatsen (op een terrein in het Horckerveld). Oorspronkelijk stond de molen tussen Haelen en Horn. In 1853 verkocht de barones de windmolen aan Conrad Bartholomeus Canoy, die op een kasteeltje in Baexem woonde. Dat zelfde jaar kocht hij ook de Leveroysche watermolen.
In 1885 bij een boedelscheiding kreeg Severinus Canoy de windmolen toegewezen. Hij was priester en leraar aan het Bisschoppelijk College in Weert. Hij liet in 1905 bij de molen een magazijn met een machinekamer bouwen, waarin een maalstoel en een 22 PK Crossley zuiggasmotor werden geplaatst. Waarschijnlijk is toen de voet van de standerdmolen van een paraplu voorzien, waardoor het een halfgesloten standerdmolen is geworden.
In 1918 werd Johannes Hubertus Winkelmolen molenaar/eigenaar van de molen. Jan Winkelmolen stierf in 1923 en liet een vrouw met negen kinderen achter. De weduwe Winkelmolen zette het bedrijf nog tot 1930 voort. In die tijd was het een prachtige windmolen. De kap en de borst waren met eikenhouten schaliën gedekt; de paraplu was voorzien van geteerd asfaltpapier. Winkelmolen had er een gesloten standerdmolen van gemaakt door tussen de teerlingen houten wanden aan te brengen. Opvallend was de zeer fraaie windwijzer, die achter op de kap stond.
In de jaren twintig en begin dertig van de vorige eeuw stond op de zijkanten van de kast een reclame van het margarinemerk Blue Band. In 1930 werd het molenaarsbedrijf gekocht door Hubertus Gerardus Wilhelmus Grubben, een bakker uit Baexem. In de zomer van 1934 liet hij Dekker-stroomlijnwieken op de molen aanbrengen. Tevens liet hij de zuiggasmotor vervangen door een elektromotor. In 1945 voerde Grubben met zijn knecht een reparatie uit aan een molenwiek. De molen begon te draaien en de wiek waarop zij stonden bleef ongeveer in de horizontale stand staan. Grubben sprong uit het gevlucht en kwam daarbij ongelukkig terecht. Hij overleed later aan de opgelopen verwondingen. De knecht wist ongedeerd uit de wiek te komen. Engelbert Coolen huurde daarna de molen weduwe Grubben van september 1946 t/m november 1947. Daarna werd er bijna alleen nog maar elektrisch gemalen met als gevolg dat in 1953 een restauratie volgde. De molenmaker Adriaens uit Weert voorzag het gevlucht daarbij van Van Bussel-neuzen met neusremkleppen. De borst werd horizontaal gepotdekseld. Op de molen lag toen nog een koppel 17-der kunststenen. Op zaterdag 12 december 1953 werd de molen feestelijk in bedrijf gesteld. Daarna werd er nog slechts sporadisch met de wind gemalen. In 1968 is de molen door de gemeente gekocht en verplaatst door molenmaker Adriaans naar de huidige plek. Op 7 oktober 1972 werd de herboren standerdmolen weer in bedrijf gesteld. De molen stond toen prachtig in het open veld met aan een zijde wat windbelemmering door de oude bomen langs de rijksweg Weert-Roermond. Het landelijke karakter en de goede windvang van de molen Aurora, de godin van de dageraad, verdwenen echter in de loop der jaren. De molen staat nu op een aarden verhoging in een plantsoen tussen huizen. Momenteel wordt er door de vrijwillig molenaar veevoer gemalen.
Op 8 mei 2006 is de molen voorzien van twee nieuwe ijzeren roeden met nieuw hekwerk.
Rijksweg 26 a, 6095 NC, Limburg
volgens afspraak voor info mailen naar fransverstappen@zonnet.nl
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.