De Hoop te Oldebroek

De Hoop

Oldebroek, Gelderland

Nationale Molendag 2024
Zaterdag 11-5
van
10:00:00
tot
16:00:00
Rondleiding, Demonstraties door de molenaar
Nationale Molendag 2024
Niet open

Over De Hoop

De geschiedenis van deze molen begint met een molen elders: de Bovenmolen (of: "De Tijd" genoemd) te Oldebroek-Mullegen. Hendrika Wilhelma Spijkerboer trouwt in 1808 met Jan Jansz. Spronk, molenaar op die molen. Op 4 juni 1819 overkomt Spronk tijdens werkzaamheden in zijn molen een ernstig ongeval, hij overleeft dat niet. Hendrika zet het werk op de molen voort en hertrouwt twee jaar later met Hendrik Blaauw.
Hun zoon Kornelis wordt op 5 april 1822 geboren. Kornelis groeit op in het bedrijf van zijn vader. Op 29-jarige leeftijd trouwt hij met Jannigje Agter de Mole. Samen krijgen zij twee zoons, Hendrik en Willem.
In 1853 laat hij een - geheel nieuwe - molen bouwen aan de Zuiderzeesche straatweg en noemt die, bijna traditioneel, "De Hoop".
Dertig jaar later, in 1883, gaat het niet goed met de zaken en ziet Kornelis zich genoodzaakt zijn bezit te verkopen. Die verkoop wordt geregeld door notaris Van Asselt uit Oldebroek en aangekondigd in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 31 december 1883; in de advertentie wordt gesproken van “den wind-, olie-, pel- en korenmolen de Hoop”.
De molen wordt in januari 1884 aangekocht door Coenraad van de Poll, molenaar te Putten. Hendrik en Willem, de zonen dus van Kornelis Blaauw, kopen vervolgens de Bovenmolen.

Wanneer Coenraad van de Poll in 1921 overlijdt komt “De Hoop” in handen van diens zoon Evert. Door financiële problemen moet hij de molen in 1935 verkopen. Gerrit Blaauw Hzn., kleinzoon van de bouwer, koopt “De Hoop” en zo komt deze weer in het bezit van de familie Blaauw.

Deze achtkante stellingmolen heeft naast malen en pellen ook als oliemolen dienstgedaan, waarbij het oliewerk in een vóór 1900 gebouwde uitbouw naast de molen was ondergebracht.
Na het verwijderen van de olieslagerij (vermoedelijk rond 1918) werd in de uitbouw een hulpmotor geplaatst. Die uitbouw is later vergroot en bestaat nu uit drie met hun lange zijde aan elkaar gebouwde ruimtes. Omstreeks 1900 was al een zuiggasmotor bijgeplaatst (die rond 1930 werd vervangen door een Crossley ruwoliemotor). Na 1949 werd er alleen nog met een hamermolen gemalen, die tot 1957 aangedreven werd door de ruwoliemotor.

Modernisering van de maalderij had grote gevolgen voor de molen: in 1957 is al het gaandewerk, met uitzondering van het bovenwiel, verwijderd om plaats te maken voor silo's. Men ging erg ver om in de molen ruimte te winnen voor de graansilo’s: zo werd bijvoorbeeld de vangbalk bóven het voeghout geplaatst (maar blijkbaar meende men dat de molen wél draaivaardig diende te blijven!).
Dat laatste was evenwel niet meer mogelijk: al snel zag de molen er uitwendig ronduit slecht uit.
De silo's bleven niet beperkt tot ín de molen: ook op het erf werden enige kolossale torens gebouwd. Hierdoor werd de landschappelijke waarde van deze molen vrijwel tot nul gereduceerd.

In 1973 voerde men een uitwendige restauratie uit (met onder meer nieuwe gelaste roeden) waarna zelfs af en toe weer werd gedraaid. Daar kwam vervolgens snel de klad in, vooral omdat de directe omgeving met de hoge silo's volstrekt niet bijdroeg aan de belevingswaarde van de molen.

In 2011 kwam de kentering: het maalbedrijf werd in de tot dan toe gevoerde opzet opgeheven en dat hield voor de molen nieuwe kansen in. Op 29 juni gingen, in aanwezigheid van burgemeester en verantwoordelijke wethouder, beide roeden eruit.
In maart 2012 ging men er stevig tegenaan: het achtkant werd, ontdaan van riet, opgetakeld en elders neergezet (naast de molen kon toen nog niet vanwege alle silo's). 
Misschien wel het belangrijkste: alle grote silo's rond de molen heeft men in het najaar van 2012 gesloopt en ook is flink gekapt en gesnoeid. Aldus kregen molen én omgeving hun oude luister grotendeels terug.

In de zomer van 2012 plaatste men het herstelde achtkant weer op de onderbouw, daarna volgden kap en (29 augustus) roeden.
De roeden heeft men vervolgens 20 cm. per end verlengd; dit kon doordat de vernieuwde stelling weer op de originele hoogte was gebracht. Het zgn. mosterdpottenkruiwerk is gewijzigd in een Engels; daarbij is wel gebruik gemaakt van de rollen van het oude kruiwerk. De vangbalk bevindt zich na deze grote ingreep weer ónder het rechtervoeghout.
Het bleef bepaald niet bij alleen draaivaardig maken: eind 2014 kreeg de molen weer een koppel maalstenen, in 2016 keerde de pelsteen terug.
Op 21 september 2016 zijn molen en bijgebouwen feestelijk heropend door prinses Beatrix, in haar rol als beschermvrouwe van de Vereniging De Hollandsche Molen.

Op dat moment overwoog men al serieus, ook het oliewerk te reconstrueren. Dit gebeurde in het prille 2019: 8 januari dat jaar begon men met het aanleggen van de fundering voor het doodbed. Het enkele oliewerk is daarna vrijwel geheel nieuw gemaakt.
Opmerkelijk en nieuw: het vuister (van dit oliewerk) wordt niet met hout of turf gestookt, maar elektrisch verwarmd. Dit in verband met de brandveiligheid en (minder urgent) de stalen hoepelvang.

Aan de herkomst van beide maalstenen is een verhaal verbonden: als loper dient een steen die jarenlang los in de tuin bij de molen werd bewaard. De ligger is via internet gekocht en afkomstig uit de in 1917 gesloopte standerdmolen in Panningen. Deze steen werd na de sloop begraven vlakbij het molenaarshuis. De nieuwe eigenaren in 2012 kwamen deze tegen tijdens de renovatie van hun tuin.

Deze molen heeft een 'kraaienpootstelling' (voornamelijk gebruikelijk in de drie noordelijke provincies) maar die constructie is tot 1936/37 anders geweest: er waren voordien meer schoren aanwezig, wat nog te zien is in het metselwerk (al zijn die gaten later dichtgemetseld). Bij latere vernieuwingen heeft men de kraaienpootconstructie gehandhaafd.

Eigenaren van deze molen:
Kornelis Blaauw Hzn., 1853 - 1884
Coenraad van de Poll, 1884 - 1921
Evert van de Poll, zoon van Coenraad, 1921 - 1935
Gerrit Blaauw Hzn., kleinzoon van de bouwheer, 1935 - 2014
Stichting Molen de Hoop 1853, 2014 - heden.

Bouwjaar
1853
Molenaar
Willem Flier / Wim Timmerman / Natan Flier / Keimpe de Haan
Telefoon
06 - 14821727
Aandrijving
Adres
Zuiderzeestraatweg 252
8096 CJ Oldebroek
Gelderland
Open op afspraak
Ja
Open voor publiek
Ja
Openingstijden
1 april t/m 31 oktober: dinsdag en zaterdag 10.00 - 16.00 uur, ook vaak op donderdag. ;
Op de 2e en 4e zaterdag van de maand wordt er (bij voldoende wind) olie geslagen. Verder als de molen draait of na telefonische afspraak.;
1 november t/m 31 maart: alleen op afspraak.;
Zie ook de website van de molen. ;
;
De bijgebouwen van de molen zijn in gebruik bij Philadelphia Zorg, een dagbestedingsplaats voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Behalve als restaurant en vergaderaccommodatie zijn deze ruimten ook te huur als trouwlocatie.
Extra informatie schoolbezoek

Graag op afspraak. De molen doet mee aan het onderwijs project van het Cultuurplein Noord Veluwe.

Schoolbezoek mogelijk
Ja

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Meer over deze molen

De Hoop te Oldebroek

Locatie

Bezoekadres
Zuiderzeestraatweg 252
Gemeente
Oldebroek
Plaats
Oldebroek
Postcode
8096 CJ
Plaats (postadres)
Oldebroek
Provincie
Rijksdriehoek: X
191158
Rijksdriehoek: Y
496382
WGS84: N (breedtegraad)
52.45401
WGS84: E (lengtegraad)
5.91914

Contact

Eigenaar
Stichting Molen de Hoop 1853
E-mailadres
info@molendehoopoldebroek.nl
Telefoon
06 - 14821727

Over de molen

Aandrijving
Overbrengingsverhouding
Maalwerk 1:6,13. Pelwerk 1:9,19

Registratienummers

DHM-databasenummer
361
Rijksmonumentnummer
31378
Ten Bruggencatenummer
01245