Bij Oppenhuizen/Uitwellingerga bemaalt de molen zeer regelmatig het vogelnatuurgebied van Staatsbosbeheer aan de Modderige Geeuw.
Als bouwjaar wordt 1841 genoemd. In de loop van de jaren is er zeer vaak aan deze molen gewerkt, zo waren er in 1954 en 1965 restauraties.
Dat kon niet verhinderen dat de algehele toestand tenslotte dramatisch werd: rond 1983 was een roed gebroken, de kapbedekking vrijwel verdwenen en de houten bovenas min of meer door het bovenhuis gezakt.
Bij de grote restauratie van 1987/88 heeft men dit molentje vrijwel geheel moeten vernieuwen.
Slechts onder- en vijzelwiel zijn nog van de oude molen. op 15 juni 1988 werd de nieuwe molen feestelijk in gebruik genomen.
Als laatste Friese molen heeft deze kleine poldermolen een houten utskoat.
De Geeuwpolder is vanouds een zomerpolder, dus wordt alleen in de zomer door de molen bemalen. In de winter laat men de polder eenvoudigweg onder water staan.