Haastrechtse Molen te Gouda

Gouda, Zuid-Holland
Ruim een kilometer voorbij Stolwijkersluis richting Haastrecht, links van de Provinciale weg, net voorbij het Trafostation, staat wat verborgen de Haastrechtse molen. De molen staat aan de Hollandse IJssel.
De Haastrechtse Molen is een van de weinige poldermolens met een stelling.
Wegens de windvang moesten molens langs de Hollandse IJssel boven de rivierdijken uitsteken. Daarom werden ze uitgevoerd als stellingmolen.
De ronde stenen windvijzelmolen bemaalt de omstreeks 310 hectare grote (opvoerhoogte 2,10 m. a 3,20 m.) polder Beneden-Haastrecht. Van de geschiedenis van deze polder is niet veel bekend. Met de polderconcentratie in 1975 werd het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard eigenaar van de molen.
Voor de bouw van de stellingmolen bemaalde een wipwatermolen de polder. Deze molen stond binnendijks bij de Tiendweg. De ongeveer 10 hectare grote boezem strekte zich dus uit tussen de Tiendweg en de IJsseldijk. Dit is goed te zien op het fragment van de kaart uit 1683. De nog altijd bestaande waal die binnen de boezem lag, is ook op deze kaart afgebeeld. Via de Beneden Haastrechtse sluis ontlaste de boezem zich op de IJssel. Ten tijde van de bouw van de stellingmolen met vijzel werd de wipwatermolen met scheprad afgebroken.
Door grenswijziging in 1964 staat de molen niet meer in de gemeente Haastrecht, maar in Gouda.
De gepleisterde stenen molen heeft een rieten kap. De stalen vijzel staat in de molen. Sinds 1971 kan ook een elektromotor de vijzel aandrijven. De nog steeds bewoonde molen is bedrijfsvaardig en in bedrijf.
De aanbesteding van de bouw van deze stellingmolen was op 6 september 1861. Op 15 maart 1862 werd de molen maalvaardig opgeleverd, twee weken eerder dan in het bestek was afgesproken. De aannemer kreeg hiervoor een beloning van honderd gulden. De aanneemsom bedroeg ƒ 16.900,-. In september 1941 wordt de verzekering van de molen flink verhoogd. Alles is immers duurder en schaarser geworden. De molen werd toen voor ƒ 22.000,- verzekerd.
Een nieuwe, krachtige molen was nodig omdat in 1860 de afsluiting van de Hollandse IJssel boven Gouda gereed kwam. Men kon dus geen gebruik meer maken van de lage ebben om water vanuit de boezem van de polder op de IJssel te lozen. Voor zo een kleine polder wordt Beneden Haastrecht dus onvermijdelijk en op korte termijn voor hoge kosten geplaatst.
Als in 1952 de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de restauratie laat uitvoeren, bedragen de kosten ƒ 13216,12. "In het kader van de Wet Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd" krijgt de polder een subsidie van ƒ 8500,-. In oorlogstijd kan een windmolen bij brandstofgebrek, immers toch in bedrijf blijven.
De heer Noorlander, die parttime molenaar is op de Haastrechtse molen, probeert de helft van het te lozen water met de molen uit te slaan en de andere helft met de elektromotor. Zowel de motor als de molen kan 40 kubieke meter per minuut uitslaan. Daar de windsnelheid niet constant is, doet de molen er wat langer over dan de motor. Door de aanwezigheid van twee verdiepingen, bevat de Haastrechtse molen meer woonruimte dan een wipwatermolen zoals de Bachtenaar.
Vanaf 1908 behoren de molenaars van de Haastrechtse molen tot de familie Noorlander. De heer Noorlander is zelf geboren op de Bachtenaar. De zoon van de huidige molenaar staat al te trappelen om zijn vader op te volgen. Maar of hij daadwerkelijk als molenaar gaat functioneren is onzeker. Het Hoogheemraadschap onderhoudt de molen op uitstekende wijze. Maar of de niet goedkope windbemaling behouden blijft na de stichting van nieuwe gemalen in het kader van de komende landinrichting van de Krimpenerwaard, is onzeker.
Provincialeweg West 64, 2808 PC, Zuid-Holland
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.