In 1813 vroeg het polderbestuur toestemming aan het Hoogheemraadschap van Rijnland om een boezemwatersloot af te mogen dammen. Deze sloot liep vanaf de Vliet noordwestwaarts tot boerderij Vliet en Wegen. Op 50 meter van de Vliet werd de sloot afgedamd en werd in 1814 aan de zuidwestzijde van de dam de huidige molen gebouwd. Het afgedamde gedeelte van de boezemsloot werd tot poldersloot vergraven (waarnaast de vroegere kaden van de boezemsloot nog zichtbaar zijn).

De huidige molen staat 100 meter meer noordoostwaards dan de oude molen, die kreeg destijds al in toenemende mate last van windbelemmering uit het zuidwesten door het buiten Haagwijk.

Tot 1949 bemaalde deze molen de Knippolder (ca. 25 ha, opvoerhoogte 0,95 m.). In dat jaar besloot het polderbestuur een elektrisch gemaal te proberen; blijkbaar was dit een succes, want de molen kwam buiten bedrijf. Onvermijdelijk raakte hierna de onderhoudstoestand sterk achterop. 

Eind 1957 werd de gemeente Voorschoten eigenaar van de toen vervallen molen, waarna in 1960 restauratie volgde. Sindsdien verkeert deze molen in goede staat en wordt ook goed onderhouden.

In 1971 werden nieuwe houten roeden gestoken; één ervan sneuvelde alweer bij de zware storm van 12/13 november 1972. Uiteindelijk kreeg ook deze molen ijzeren roeden.
Tot 1971 was de molen vrijwel geheel geteerd; alleen kruirad, -palen en vangstok waren - om redenen van zichtbaarheid in het duister - wit geverfd. 

De molen is frequent draaiend en malend te zien. Na het malen wordt 'de Knip' steeds overhek gezet.

Molenaars op deze molen:
1822 Hein van Rijn
1836 Willem Duindam
1843 Jacob v.d. Zalm
1904 P. den Hollander
1913 Jac. v.d. Marel
1925 G. Akerboom
1928 C.J. Akerboom
1929 Jan v.d. Marel
1933 C. Valentijn
1947 J.E.H. Rijsdijk. Deze kreeg in 1950 ontslag na het buiten gebruik stellen van de molen. Van 1961 tot 1970 bemaalde Rijsdijk weer af en toe op vrijwillige basis.
1971 A.A. Kranenburg
1977 Teun Waltman