Nooit Gedacht te Merselo

Nooit Gedacht

Merselo, Limburg

Nationale Molendag 2024
zaterdag 11-5
van
11:00:00
tot
16:00:00
Rondleiding, Demonstraties door de molenaar, Speurtocht voor kinderen, Oude ambachten, Fiets- of wandelroutes, Wij gaan ter plaatse poffertjes bakken, knapkoeken verkopen en onze meelverkoop is open.
Nationale Molendag 2024
zondag 12-5
van
11:00:00
tot
16:00:00
Rondleiding, Demonstraties door de molenaar, Speurtocht voor kinderen, Oude ambachten, Fiets- of wandelroutes, Wij gaan ter plaatse poffertjes bakken, knapkoeken verkopen en onze meelverkoop is open.

Over Nooit Gedacht

Toen het kerkdorp Merselo op 16 oktober 1944 door Britse troepen werd bevrijd, was dit niet alleen voor de inwoners en de onderduikers die er in groten getale verbleven een vreugdevolle dag, maar ook voor de familie Michels, die hun windmolen Nooit Gedacht, hoewel beschadigd, nog staande uit de strijd hadden zien komen.

Deze molen werd in 1867 in opdracht van Simon van den Brekel, molenaar te Haaren bij Oisterwijk (N.B.), gebouwd. Bijzondere aandacht kreeg het metselwerk van de romp, waarvan de steenlagen uitwaterend werden gemetseld. De keuze van de stenen, de mortel en de afwerking van de specielaag leverden hieraan echter een even grote, zo niet een grotere, bijdrage.
Met de bouw was echter nog niet begonnen toen de 33-jarige Simon van den Brekel te Maashees in het huwelijk trad met de acht jaar oudere Anna Barbara van den Oever uit Haaren.
Van den Brekel, die geen opvolger had, verkocht de molen in 1881 aan Mathijs Michels, vader van Frans Michels, sinds de jaren ’70 knecht bij Van den Brekel. In 1897 werd Frans zelf eigenaar. De molen, toen met twee koppel stenen uitgerust, stond goed in het gemaal en had ook in de omliggende gehuchten veel klanten. In 1899 werd een derde koppel blauwe stenen gelegd voor het malen van boekweit (en later ook tarwe).

In 1913 kocht Michels een 24 PK zuiggasmotor van het merk Loog Landaal uit Apeldoorn als hulpkracht voor de maalstoel onderin de molen, waarvoor aan de achterzijde in de molenberg een ruime machinekamer met generatorruimte werd gebouwd.
In 1927 werd aan de voorzijde van de molen een nieuw pakhuis gebouwd met een dubbele ijzeren maalstoel. Voor de aandrijving werd aanvankelijk de zuiggasmotor gebruikt; twee jaar later echter werd deze vervangen door een Thomassen-dieselmotor van 20 PK. Door de motor werd ook een transmissie-as op de verdieping aangedreven, waarop de elevator, de mengmachine, de reiniger, de koekenbreker, de slijpsteen en een exhauster met een riem waren aangesloten.

Volgens overlevering werd ergens in de jaren '20 het gevlucht vervangen door een tweedehands, bestaande uit een ijzeren as en twee Potroeden, die afkomstig zouden zijn uit Moerkapelle. Het gevlucht zou tot die tijd nog geheel van hout zijn geweest. Het laatste deel van dat verhaal klopt in ieder geval niet: in 1907 had de fa. Fransen al een stalen binnenroede voor deze molen geleverd.

Inmiddels was de molen opnieuw in de familie vererfd en was het Johannes Michels die in 1921 het bedrijf had overgenomen. Later werd hij bijgestaan door zijn oudste zoon Frans. Deze had in de oorlogsjaren de zorg op zich genomen voor de levensmiddelenvoorziening van de vele onderduikers in Merselo en omgeving. Na de bevrijding voerde hij enige malen voor het Britse leger verkenningsopdrachten naar bezet gebied uit. Dit riskante werk heeft hij niet overleefd: hij keerde niet meer terug van zijn tocht naar Castenray op 3 november 1944. Pas op 6 december dat jaar werd zijn lichaam bij Oirlo aangetroffen.

In 1947-48 werd de molen door de Gebr. Beijk uit Afferden van de oorlogsschade hersteld. De binnenroede had een voltreffer gekregen en moest vervangen worden. Daartoe werd van de molen van A. Gerrits in Oeffelt (N.B.), waarvan de romp door de vele granaatinslagen onherstelbaar was beschadigd, het gevlucht gekocht. De binnenroede werd gestoken; van de uitgenomen roede werd een korte spruit gemaakt. De buitenroede van de Oeffeltse molen werd ingekort en diende als lange spruit. De Gebr. Beijk brachten tevens Van Bussel-stroomlijnwieken aan, die voorzien werden van door Beijk ontwikkelde automatische remkleppen. Tenslotte werd de bestaande Thomassen-dieselmotor ingeruild voor een zwaardere van 30 PK.

In 1955 kreeg de molen nog een herstelbeurt met subsidie van onder andere rijk, provincie, gemeente Venray en Vereniging De Hollandsche Molen. Er had echter een verzakking plaatsgevonden en de kap kruide daardoor zwaar.
Met de windmolen en de Thomassenmotor werd nog gemalen tot in het begin van de jaren zestig. Intussen was ook de derde generatie Michels op de molen gekomen: Albert, broer van de in 1944 omgekomen Frans.

De gemengde boerenbedrijven in de Peel begonnen in die jaren uit te groeien tot gespecialiseerde varkens- en pluimveemesterijen die mengvoeders vroegen van samenstelling, kwaliteit en prijs die niet meer met stenen gemalen konden worden. Om die reden moest Michels ook omschakelen en zo kon het gebeuren, dat in 1964 de molenromp werd leeggehaald om ruimte te maken voor silo's. Ook buiten de molen vonden uitbreidingen plaats. Het noodslachthuis, dat daar sinds 1930 stond, was in 1959 afgebroken. Een silogebouw buiten de molen met daarin de hamermolen- en menginstallatie werd niet door de gemeente Venray toegestaan. Na de verbouwing werd er uitsluitend met een hamermolen gemalen.

De molen verviel tot statisch monument en raakte in verval omdat het noodzakelijke onderhoud achterwege bleef. Onderdelen van het gangwerk die opgeslagen waren, werden verkocht voor de restauratie van andere molens. Zo ging het spoorwiel naar de molen aan de Kerkstraat te Zeeland (N.B.), waarvan de vroeger uit Limburg afkomstige molenaar Van Aarssen eigenaar was. De koningspil werd in de molen van Stoks in Venray geplaatst.
Tijdens een storm in 1975 begon het gevlucht te draaien en brak als gevolg in de kap brand uit. De molen kon echter vanwege de bij de romp aangebrachte transportpijpen niet uit de wind worden gekruid. Uiteindelijk slaagde de brandweer erin, de molen tot stilstand te brengen, toen de wind even afnam.

Aan het eind van de jaren '70 legde Albert Michels de produktie stil en werd het maalbedrijf ontmanteld, men dreef alleen nog handel. In 1987 droeg Michels de windmolen over aan een stichting, die zich als doel stelde, de molen in de oude glorie te herstellen.

Na een zeer grondige herstelbeurt werd de Nooit Gedacht in 1995 weer geheel maalvaardig opgeleverd en is sindsdien weer veelvuldig draaiend en ook malend te zien.

Bouwjaar
1867
Functie
Molenaar
Helma Michels / Lambert Michels / Marc Camps / Wil Weijers
Telefoon
0478-546724 of 0478-546513
Aandrijving
Adres
Grootdorp 93
5815 AN Merselo
Limburg
Open op afspraak
Ja
Open voor publiek
Ja
Openingstijden
Schoolbezoek mogelijk
Ja

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Meer over deze molen

Nooit Gedacht te Merselo

Locatie

Bezoekadres
Grootdorp 93
Gemeente
Venray
Plaats
Merselo
Postcode
5815 AN
Plaats (postadres)
Merselo
Provincie
Rijksdriehoek: X
192354
Rijksdriehoek: Y
393643
WGS84: N (breedtegraad)
51.53053
WGS84: E (lengtegraad)
5.92553

Contact

Eigenaar
Molenstichting Nooit Gedacht
E-mailadres
secretaris@molenmerselo.nl
Telefoon
0478-546724 of 0478-546513

Over de molen

Inrichting
Aandrijving
Overbrengingsverhouding
1 : 6,16
Specificaties
1 koppel ?-er kunststenen

Registratienummers

DHM-databasenummer
1001
Rijksmonumentnummer
37222
Ten Bruggencatenummer
01955