Over Vlietmolen
De molen bemaalt de Vlietpolder (ca. 195 ha; opvoerhoogte 1,70 m.) en is de opvolger van een op 30 mei 1913 afgebrande wipmolen. De molen werd na die brand niet geheel nieuw gebouwd: voor het bovenhuis maakte men gebruik van dat van de molen van Uiteindsche- en Middelpolder te Ter Aar.
Tot 1929 was het een normale schepradmolen; in dat jaar werd het scheprad vervangen door een schroefpomp, ongetwijfeld onder advies van A.J. Dekker. Molenaar was toentertijd Willem van der Ploeg, die was benoemd in 1927 en bleef hier tot 1951.
Op 27 september 1956 stortte door asbreuk het wiekenkruis omlaag. Hierdoor werd aan het bovenhuis veel schade aangericht. Daarna werd de pomp vervangen door een naast de molen gelegen vijzel met elektrische aandrijving.
De toekomst zag er aanvankelijk somber uit: sloop werd overwogen. GS van Zuid-Holland weigerden evenwel een sloopvergunning voor het bovenhuis af te geven.
Ruim 10 jaar stond de molen er ontluisterd bij, maar in 1967 werd de molen in niet-maalvaardige staat gerestaureerd onder verantwoordelijkheid van de Rijnlandse Molenstichting (de polder bleef eigenaar van molen en bemalingsinstallatie). Ruim 20 jaar werd de Rijnlandse Molenstichting alsnog eigenaar.
In het kader van het grote restauratie-offensief van de Rijnlandse Molenstichting onderging deze molen in 2001-2002 een zeer grote beurt, waarbij hij ook geheel maalvaardig werd gemaakt. De aandrijving van de motorvijzel werd zodanig gewijzigd, dat dit sindsdien ook op windkracht mogelijk is.
De molen draait en maalt sindsdien zeer geregeld.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.