De Selzerbeek, een zijtak van de Geul, werd in 1731 aangelegd voor de drinkwatervoorziening van het klooster te Wittem. Tegenwoordig doet de vroegere forellenvijver van het kasteel dienst als molenvijver.

In 1835 kregen de gebroeders Merckelbach uit Wittem toestemming van het provinciaal bestuur om een watermolen te bouwen langs de weg naar Wylre. Het water werd over een afstand van twee kilometer door een molenbeek aangevoerd van de Selzerbeek naar een vergaarvijver. Het gebouw is gedeeltelijk over de molenbeek heengebouwd, zodat het rad inpandig is opgehangen. De molen bezit een middenslagrad, waarbij het water op as-hoogte op de schoepen wordt geleid. Het zeer grote middenslagrad is geheel in de molen gebouwd, zodat het gebouw uitwendig moeilijk als molen te herkennen is.

Anno 2017 is een groot probleem dat de watertoevoer onvoldoende is en de molen feitelijk niet meer maalvaardig is. Er zijn dan ook serieuze plannen om de Selzerbeek over een lengte van ca. vier kilometer uit te baggeren om zo de watertoevoer te verbeteren.