Laat molen De Lelie weer bloeien

Crowdfunding

Laat molen De Lelie weer bloeien

785 / 5.000
droneview Molen de lelie puttershoek

Korenmolen De Lelie in Puttershoek is toe aan een welverdiende restauratie. De ronde stenen grondzeiler is nog wekelijks in gebruik voor het verwerken van tarwe, spelt en haver. Ouderdom en slijtage laten echter hun sporen na. De wieken, kapbedekking en staart van de molen zijn toe aan vervanging.

Dankzij hulp van de Provincie Zuid-Holland, De Hollandsche Molen, gemeente en fondsen zijn al een groot deel van de kosten gedekt. Er is echter nog een gat in de begroting. Help je ook mee aan een bloeiende toekomst voor De Lelie en haar vrijwilligers? Draag dan via deze crowdfunding jouw eigen (molen)steentje bij!

Als tegenprestatie ben je natuurlijk welkom bij de feestelijke heropening van de molen.

Over De Lelie

Deze molen werd in 1836 gebouwd in opdracht van Cornelis van Holst ter vervanging van een ter plaatse staande wipkorenmolen. Die laatste was in 1829 door Van Holst aangekocht. Bij de bouw van de huidige molen werd gebruik gemaakt van nog goede onderdelen van de constructie van deze molen en waarschijnlijk tevens van het oude molenaarshuis, getuige enkele geschilderde zolderbintjes.

Al in 1838 werd de molen aan Hendrik van der Koogh verkocht. Deze was grutter van 'Het Vergulde Anker' in Dordt. Vanaf 1838 tot 1850 was Jacob Sonneveld huurder-molenaar.
In 1850 werd Kornelis Labrijn eigenaar, die na ruim vijf jaar de molen aan Teunis Verbaas verkocht.
In 1877 nam diens oudste zoon Pieter de molen over, maar die ging al in 1881 failliet. Pieter Verbaas vertrok vervolgens met zijn gezin naar Amerika om daar een nieuw bestaan op te bouwen als slager en winkelier.

Voor de geschiedenis is Verbaas' faillissement echter nuttig gebleken, want de toenmalige inventaris bleef op die manier bekend: "paard en wagen, tuig en dekkleed, de dijk om te weiden, een heining en vier zeilen, verder een molenhaak, 25 bilhamers, een slijpsteen, ook hoorde een takel met stropketting voor het lichten van de loper bij de inboedel, evenals een handboom, wiggen, waaghout, vier lampen, een oliekan, schalen en een evenaar met 83 kg. aan gewicht". 

Koper in 1881 was Cornelis de Regt uit Colijnsplaat, maar deze was daar slechts drie jaar actief. Waarschijnlijk was deze degene die de helft van de molenromp in de witkalk heeft gezet (zoals te zien op een foto uit 1905). Van 1884 tot 1897 was Dirk Aart Berkouwer uit Nieuwerkerk aan den IJssel eigenaar.

Vanaf 1900 voerde Gerrit Korporaal, de volgende eigenaar, ingrijpende wijzigingen door in het molenbedrijf. Zo werd in 1902 een machinekamer in het dijklichaam tegen de molen gemaakt, waarin een stoomlocomobiel van ca. 15 PK van het fabrikaat Buiskool uit Beerta werd geplaatst. Deze machine kon op windstille dagen het gaandewerk aandrijven.
Opmerkelijk: de overbrenging van stoommachine naar spoorwiel kon ook andersom gebruikt worden om zo met windkracht de koekenbreker aan te drijven. De machine is waarschijnlijk slechts gebruikt tot 1914. In dat jaar ging Korporaal namelijk samenwerken met Arij Quispel, een vroegere knecht, die aan het Schouteneinde een maalderij had ingericht met een zuiggasmotor en een dubbele maalstoel. Een jaar later, in 1915, kwam Pieter Kalis, schoonzoon van Korporaal, in het bedrijf werken. In 1931 kreeg Kalis vergunning tot het inrichten van een elektrische hulpgraanmaalderij in de wagenschuur naast de molenaarswoning. 
Vanaf dat moment zal de samenwerking met Quispel wel zijn beëindigd. In datzelfde jaar vertrekt Pieter Kalis na een scheiding uit Puttershoek en verhuurt Korporaal met recht van aankoop zijn bedrijf aan Jan Cornelis Leeuwenburgh, veevoerhandelaar. Samen met zijn broer Cornelis leert hij de kneepjes van het vak bij Korporaal. Gerrit Korporaal stond bekend als een van de sterkste mannen van het dorp. De overlevering wil dat hij met gemak twee balen van 80 kilo in één keer op de wagen sjouwde. In 1944 overleed hij echter, nadat hij bekneld was geraakt tussen de geladen molenwagen en de muur van de maalderij.

Tot 1945 werd er met drie koppel stenen gemalen: een blauwe voor het malen van bakkersgemaal, een 16der kunststeen voor veevoeder en een breeksteen voor het breken van paardebonen en later maïs. De toenmalige zes bakkers in Puttershoek namen wekelijks twee tot drie baaltjes van 50 kg af en ook was de veevoeromzet vrij groot.

In 1948 kocht Jan Cornelis Leeuwenburgh de inmiddels buiten gebruik zijnde molen van Dirkje Korporaal, dochter van Gerrit, die - inmiddels hertrouwd - met haar nieuwe echtgenoot Simon Taal naar Middelburg vertrok. In 1955 droeg Leeuwenburgh de (toen al wat vervallen) molen aan de gemeente Puttershoek voor het symbolische bedrag van f 1,--. Het gevlucht was behoorlijk slecht, de basis van de kap flink verrot en ook staart en zoldervloeren dienden grotendeels te worden vernieuwd. 

De gemeente liet de molen in de periode 1955-1957 restaureren. Van de drie koppel stenen werd, na vervanging van de zoldervloer, er één herplaatst. Het uiterlijk onderging een opvallende verandering: de romp werd om esthetische redenen gewit (was volledig geteerd sinds 1910). In de jaren '70 is de gehele romp gezandstraald omdat het creosoot door de witkalk heen kwam en daardoor lelijke vlekken veroorzaakte.

In 1987 is de molen, na een nieuwe periode van verval, gerestaureerd. Het gevlucht werd vernieuwd en de kap, tamelijk onbegrijpelijk eigenlijk, met riet gedekt: oude foto's tonen namelijk steeds een met hout, al dan niet met extra dakleer, gedekte kap. Wel draaide de molen sindsdien weer regelmatig, waarbij ook soms veevoer werd gemalen.

Sinds mei 2014 is het koppel stenen weer geschikt gemaakt voor het malen van tarwe.
In oktober 2016 is een tweede koppel kunststenen, afkomstig uit de korenmolen van Westmaas, op de steenzolder neergelegd. Dit koppel is bedoeld door demonstratiedoeleinden en zal, mede vanwege de conditie, niet maalvaardig worden gemaakt.

Halverwege 2018 is opnieuw aan de molen gewerkt, waarbij met name aan de wiekenkruis diverse reparaties zijn verricht: 8 windborden vervangen, voorzomen, bordschroten, enkele heklatten en kluften en de vorstplanken. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de kleurstelling: kap en gevlucht zijn uitgevoerd zoals het vermoedelijk in de periode 1905-1942 geweest is. De staartbalk is veel lichter geel geworden en de vangstok herkreeg het rood-wit-blauw. 

In 2015 had niet de molen, maar de directie omgeving een grote verandering ondergaan: het nabijgelegen gebouw van het voormalige stoomgemaal "'t Hooft van Benthuizen" werd toen gesloopt. Vanaf 1870 vormden gemaal en molen het aanzicht van Puttershoek. Het gemaal was, ontdaan van machines, al jaren buiten bedrijf en, hoewel mogelijkheden van behoud waren onderzocht, tenslotte opgegeven. Het is bijzonder jammer dat dit oude stuk Puttershoek niet in zijn geheel behouden kon blijven. De nieuwbouw die op deze plaats gepland is zal wel in grote lijnen de vormen en architectuur van het gemaal volgen.

In het voorjaar van 2023 kreeg de molen een geheel nieuw kruirad, evenwel geheel naar oude foto's en proporties gemaakt.

Bouwjaar
1836
Overbrengingsverhouding
1 : 6,88
Type
Ronde molen, grondzeiler
Functie
korenmolen
Molenaar
Jesse in 't Veld / Karin Feteris - van Gulik
Adres
Molendijk 2
3297 LC Puttershoek
Zuid-Holland
Openingstijden
Zaterdag van 10:00 - 17:00 uur.
Open voor publiek
Ja
Open op afspraak
Ja
Schoolbezoek mogelijk
Ja

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Met welk bedrag wil je dit project steunen?