Wie wat bewaart, die heeft wat

Scheepsonderdelen in molens

Wie wat bewaart, die heeft wat

Molen van piet WG

Wind, water en opbollende zeilen: zowel op schepen als bij molens zijn het vertrouwde fenomenen. Ook in vroeger tijden waren de lotgevallen van schippers en molenaars aan elkaar verwant. Niet alleen bij de aan- en afvoer van vracht kwamen deze twee werelden met elkaar in aanraking. Ook in het zware timmerwerk, bij het zeilmaken en bij het schiemanswerk (alle handelingen en verbindingen die met touw en draad aan boord van schepen werden toegepast – red.) zijn de molen- en scheepsbouw aan elkaar verwant. Uitwisseling tussen deze verschillende ambachten ligt voor de hand. In een aantal molens is daar concreet bewijs van: scheepsonderdelen in de bouwconstructie.

Bij de korenmolen in het Zeeuws-Vlaamse Nieuwvliet is onlangs de staartbalk vervangen, mede dankzij een financiële bijdrage uit het Molenfonds. Dit is een project dat we wel vaker zien langskomen, maar bij deze molen zat het toch net wat anders. Wie door de dikke teerlagen heen kijkt ziet namelijk dat deze oude staartbalk rond is: het is een scheepsmast! Aan het formaat te zien is deze mast waarschijnlijk afkomstig van een zeilend vrachtschip uit de binnenvaart. Deze mast kreeg ooit een tweede leven als staartbalk in de korenmolen van Nieuwvliet. Aan het onderste vierkante deel is nog goed te zien waar de mast in de mastkoker van het schip stak. Helaas bleek bij de restauratie van de molen van Nieuwvliet dat de balk te slecht was om te kunnen behouden. De door houtrot zwaar aangetaste verbindingspunten van de schoren waren te veel verzwakt. Voor  molenmakerij Adriaens uit Weert was de taak weggelegd om de mast precies na te maken en deze ronde staartbalk weer terug te plaatsen. Op deze manier blijft dit stukje cultureel erfgoed, een raakvlak tussen scheepsbouw en molenbouw, toch een beetje bewaard. De oude staartbalk is nog te bezichtigen bij de molen: een bezoekje waard!

Lime
Oude staartbalk van de molen in Nieuwvliet - Wim Giebels

Slim en goedkoop

Het is niet ondenkbaar dat dit soort hergebruik vaker plaatsvond in een provincie als Zeeland. Men gooide natuurlijk nooit zomaar iets weg en in een regio met veel scheepvaart lijkt het aannemelijk dat er vaak overtollige scheepsonderdelen te koop waren. Slimme molenbouwers konden zo aan grote balken komen, die wellicht goedkoper waren dan nieuw hout. Ook zal een scheepsmast die al een leven achter zich heeft, weinig werking meer vertonen. Heel geschikt hout om mee te timmeren, dus!

Afbeelding: de staartbalk van de korenmolen in Nieuwvliet is een oude scheepsmast.

Masten maken vak apart

Vroeger was het masten maken een vak apart dat op scheepswerven werd beoefend. Masten werden in de regel van grenenhout vervaardigd. Men begon met een zware vierkante balk. Het verloop van dik naar dun werd gezaagd of gehakt met een bijl. De precieze maten van dit verloop verschilden natuurlijk per scheepstype. Als de vierkante balk de juiste vorm heeft aangenomen, wordt deze eerst achtkantig gemaakt, vervolgens zestienkantig, en daarna mooi rond geschaafd. Naast het verloop van dik naar dun is ook de zogenaamde ‘stagbocht’ van belang bij het maken van een mast. Vanwege de krachten die de tuigage en verstaging uitoefenen zal de mast tijdens het zeilen gaan buigen. De mastenmaker houdt rekening met dit doorbuigen door de mast in een bepaalde vorm te maken zodat deze tijdens het zeilen toch recht is.

Blauw
Molen van piet WG

Voor de molenmaker vergt juist dat ronde van de mast wel wat aanpassingen voor hergebruik in een molen. Veel houtverbindingen vragen immers om een vlak aanhechtingspunt. In Alkmaar is dit goed te zien bij de Molen van Piet. Sinds de bouw in 1769 draait hier een oude scheepsmast als koningsspil. Om de molenwielen vast te kunnen wiggen zijn aan deze mast rechte kanten gehakt.

Afbeelding: De Molen van Piet heeft een oude scheepsmast als koningsspil

Kustregio’s
Wij verwachten dat het hergebruik van masten met name in de kustregio’s voorkwam. Een korte inventarisatie leverde een aantal voorbeelden op! In het Zeeuwse Colijnsplaat bevindt zich een stuk scheepsmast dat dienstdoet als ijzerbalk in de molen Nooit Gedacht. Op Terschelling kennen we de molen in Formerum (ook wel bekend als De Koffiemolen). Uit de overlevering wordt verteld dat deze molen van aangespoeld wrakhout is gebouwd. Wie deze molen bekijkt, ziet echter meteen dat het grenen achtkant prachtig meskant bezaagd is, en dat er duidelijk geen sprake is van hergebruikt wrakhout. Wel zit er op de spoorwielzolder een grote ronde balk! Een oorsprong in de scheepvaart ligt op een waddeneiland voor de hand. Of het een mast is of bijvoorbeeld een ra van een dwarsgetuigd zeilschip moet onderzoek nog uitwijzen.

 

Engeland
Waar zeker wél wrakhout is gebruikt, is aan de Engelse zuidkust in het plaatsje Hove. Daar bevindt zich in West Blatchington Windmill een intrigerende constructie van twee gejutte scheepsspanten en een deel van een zaathout.
 

A Frame by Mike Bridger WG

Afb. 1. molen in Formerum (Terschelling) met hergebruikt wrakhout.

Afb. 2. West Blatchington Windmill in Hove (GB) met een intrigerende constructie van twee gejutte scheepsspanten en een deel van een zaathout.© Mike Bridger

Zwart

Oproep

Heeft u voorbeelden van wrakhout of scheepsonderdelen die in molens zijn hergebruikt, die wij  gemist hebben? Graag horen we dat, stuur een e-mail met uw voorbeeld naar Jippe Kreuning: j.kreuning@molens.nl

Tekst Jippe Kreuning

Foto's Wim Giebels

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!