(Naamloos) te Zoutelande

(Naamloos)

Zoutelande, Zeeland

Over (Naamloos)

Voorganger van deze grondzeiler was een standerdmolen. Deze waaide op 18 februari 1721 om, waarna de stadsregering van Vlissingen opdracht gaf de huidige molen te bouwen. Op 25 april 1722, ruim een jaar later(!), werd het metselen aanbesteed aan Geleyn Fak. Deze bouwde vervolgens de stenen romp op de vier teerlingen van de voorganger.

Eigenaren/molenaars van deze molen waren
Stad Vlissingen (1722 - 1792)
1723 - 1730 Daniel Andriessen (pachter)
1731 - 1732 Adriaan Cornelissen (pachter)
1733 - 1741 Jan Jongepier (pachter)
1741 - 1765 Jan II Jongepier (pachter)
1765 - 1794 Jan III Jongepier (pachter)
Jacobus Luyckx (1792 - 1800)
Johannis Adriaanse (1800 - 1833)
Johannis II Adriaanse (1833 - 1868)
Johannis III Adriaanse (1868 - 1905)
Johannis IV Adriaanse (1905 - †12-7-1932)
Wed. J. Adriaanse - Adriaanse (1932 - 1939)
Johannis V en Jacobus Adriaanse (1939 - 1970)
Jacobus Adriaanse, na het overlijden van zijn broer (1970 - 1983)
Gemeente Valkenisse (1983 - 1997)
Gemeente Veere (1997 - heden)

Vanaf 1801 tot 1976 maalden hier dus vijf generaties Adriaanse, de laatste gevormd door de broers Johannis "Wannes" en Jacobus "Ko", door collega-molenaars op Walcheren ook wel aangeduid als 'de apostelen'. Wannes was voor alles de handelaar, Ko de molenaar.

De maalinrichting omvatte oorspronkelijk een koppel 16der kunst- en blauwe stenen, waarvan het laatste koppel in 1967 werd vervangen door een koppel 17ders, afkomstig uit Westkapelle. Maar al in 1920 was een koppel 17der kunststenen te koop aangeboden en vervangen door een 16der.
Met pellen stopte men vroeg: al in 1875 (en nogmaals in 1877) bood de toenmalige Johannis Adriaanse de steen per advertentie te koop aan. Pelkelder en ijzerbalk voor de vroegere pelschijfloop zijn evenwel nog steeds aanwezig. Op de begane grond stonden een buil en een mengmachine, deze werden via riemen op windkracht aangedreven.

Aan de hand van de in het kopstuk van de vang geschreven potloodaantekeningen is een goed beeld te krijgen van wat er zoal in deze molen werd hersteld of vernieuwd: in 1890 de vang, in 1896 een nieuwe houten roede (zeer waarschijnlijk na de blikseminslag van 20 september dat jaar). In 1898 werd de kap (vermoedelijk de bedekking, niet de hoofdconstructie) grotendeels vernieuwd; in 1907 de andere (houten) roede en een jaar later kreeg de molen een nieuw bovenwiel. Eind 1907 vroeg Adriaanse in 'De Molenaar' daartoe een stel kammen te koop; eind 1909 80 spoorwielkammen. In 1910 een nieuwe steen, 1912 een nieuwe velling (voor welk wiel?), mei 1920 een nieuw koppel kunststenen, in 1928 een nieuwe windpeul (windpeluw) en in 1929 een nieuwe buil. Niet op de vang, maar wel in "De Molenaar": op 5 maart 1930 vroeg Adriaanse een "Engelsch kruiwerk" te koop. Met - op iets langere termijn - succes, want op 10 september biedt hij 23 gebruikte houten kruirollen aan! Overigens heeft de kap normale ijzeren rollen, geen Engels kruiwerk. Maar duidelijk is dat de Adriaanses steeds goed in hun molen investeerden! 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de molen in verval, met name als gevolg van de onverwachte storm van 7 september 1944: men kon nog één zeil verwijderen, maar het hekwerk van drie enden werd grotendeels weggeslagen. Molenmaker De Troye hekte kort daarna een end opnieuw op, zodat er met één complete en één grotendeels kale roede nog kon worden gemalen. Zo maalde men nog enige tijd tot dit echt niet meer ging.
(Diezelfde storm heeft meer Walcherse molenaars verrast: de molen van Biggekerke verspeelde net als Zoutelande een groot deel van de hekkens, de molens van Westkapelle en Souburg hadden ook schade en de molen van Kleppe te Ritthem werd dusdanig beschadigd dat deze niet meer werd hersteld (en later geheel is verdwenen)).
Plannen om een dieselmotor in het pakhuisje naast de molen te plaatsen en via een tunnel in de molen een paar maalstoelen aan te drijven, werden niet uitgevoerd. Eind 1947 verkreeg men vergunning voor het plaatsen van een elektromotor van 30 pk. Deze motor werd op de kapzolder geplaatst en kon het spoorwiel aandrijven en daarmee alle onderdelen van het maalbedrijf. 

Een aantal jaren stilstand betekende voor deze molen niet het einde: om te beginnen waren de broers Adriaanse echte windmolenaars; verder voelden instanties als gemeente, provincie en De Hollandsche Molen ook veel voor herstel en, minstens zo belangrijk: de jonge Dordtse molenvriend Mario van Hoogstraten wist dat enige noodzakelijke molenonderdelen voorhanden waren. Roeden en staart van de net gesloopte Lokkertse molen te Hoogvliet gingen, met dank aan de gemeente Rotterdam, vervolgens gratis naar Zoutelande. 
Tussen mei en november 1955 werd de molen volledig hersteld door de toen 74-jarige Middelburgse molenmaker Klaas de Troye ("Klaosje Dutroo"), daarbij steeds geassisteerd door de Adriaanses. De Potroeden uit Hoogvliet, de eerste metalen roeden voor 'Zoutelande' ooit, pasten precies en hoefden niet te worden ingekort of verlengd (al gingen zij maar nét door de askop). Eén van de afkomende houten roeden diende vervolgens - tot 1984 - als lange spruit. 
De kosten van dit herstel bedroegen ongeveer ƒ 4500,--. Het Rijk droeg 40% bij, de gemeente 15%, de provincie 10% en de Adriaanses zelf - maar liefst - 35%.

Vanaf november 1955 werd weer op windkracht gemalen, al was de wind niet meer de enige krachtbron: de elektromotor op de kapzolder bleef in gebruik. In 1965 breidde men de zaak verder uit: in de naastgelegen maalderij kwamen een hamermolen met 25 pk. elektromotor, twee mengmachines en een silo van 12 ton. De ronde langs de klanten maakte men sinds 1944, de inundatie van Walcheren, al niet meer met paard en wagen: men had inmiddels een vrachtauto.

Wannes Adriaanse overleed onverwacht op 20 december 1970; Ko zette het bedrijf tot 31 december 1976 alleen voort. Daarna werden diverse onderdelen verkocht: de mengketel uit de molen zelf bevindt zich tegenwoordig in de korenmolen van Sloten (Frl.); de andere, uit de maalderij, ging naar Biggekerke. De vrachtwagen, een Bedford, ging naar de maalderij van Willemse in St. Laurens. 

Op 17 februari 1983 besloot de raad van de toenmalige gemeente Valkenisse tot aankoop van de molen voor ƒ 25.000,--. Niet lang daarna volgde een restauratie, waarbij onder meer beide Potroeden werden vervangen door gelaste exemplaren en ook de lange spruit werd vernieuwd. Ko Adriaanse draaide daarna nog veel, steeds vaker geassisteerd door Jan de Witte, de huidige molenaar. Ko Adriaanse overleed 1 september 1999.

De afgelopen jaren is er inwendig veel aan de molen gebeurd. Balkkoppen en het linkervoeghout zijn aangegoten met kunsthars. Ook zijn delen van zolders en meelpijpen vernieuwd en de stenen opnieuw afgesteld.
Bij het openleggen van de begane grondvloer en na enige graafwerkzaamheden zijn er teerlingen van de standerdmolen (voorganger van de huidige molen) gevonden. Dankzij een luik in de vloer is de zuidwest-teerling goed in beeld te krijgen.

Eind september 2007 werd begonnen met een flinke herstelbeurt. Deze omvatte: herstel metselwerk en compleet voegen, nieuwe windpeluw en kapbedekking, geheel nieuw wiekenkruis en bedrijfsvaardig maken van de oude elektromotor.
Tijdens het werk werden enige tegenvallers geboekt: lange (1984) en korte spruit (grenen van vóór 1890) moesten nieuw; datzelfde bleek nodig voor het deel van de overring onder de windpeluw; verder moesten beide koppen aan de achterzijde van de voeghouten worden aangestort. Vanwege de extra kosten hiervoor werd van bedrijfsklaar maken van de elektromotor afgezien. 
Op zaterdag 21 juni 2008 werd de molen door gedeputeerde van Waveren van de provincie en wethouder Melse van de gemeente Veere weer officieel in gebruik genomen.

Het middenstuk van de middelbalk is nog aanwezig; dit geeft de wat slappe kap de nodige stijfte. Onder het rechter voeghout is lang geleden een extra balk aangebracht die met zware bouten door voeghout verankerd was aan twee in de lengte lopende ijzeren vierkante staven. In 2013 is dit voeghout vanwege een kraak nogmaals hersteld, dit keer met kunsthars. Het oude koppel blauwe stenen is in 2003 op maalvloer opgesteld met daarop de scherpmachine die hier vroeger in gebruik was.

In april 2016 werden alle kruipalen vernieuwd. Een misschien onbelangrijk lijkend detail maar het doet er wel degelijk toe: begin oktober 2018 is de kruilier weer in de oude kleurstelling teruggebracht, namelijk geel met rode tandwielen. Omstreeks 1994 was alles per abuis zwart geverfd. In 2020 werd het kruiwerk in de kap zelf nog nagekeken. 

In het late voorjaar van 2023 zette Jan de Witte de molen tijdelijk stil: de roeden moesten worden doorgeschoven, voorzomen deels vernieuwd, enkele schoren aangescherfd dan wel vernieuwd, vang bijgesteld, divers herstel aan metselwerk en tot slot een algehele verfbeurt.
Bij het metselwerk is erop toegezien dat alleen een middel om algengroei e.d. tegen te gaan wordt gebruikt maar de verweringslaag van de romp zal niet worden weggespoten! Dergelijke ingrepen pakten nogal eens verkeerd uit (met lekkage tot gevolg). Al met al stond de molen zo'n 5 maanden stil. 

Opmerkelijk, of toch weer niet, is dat de gelaste roeden uit 1984 na nog geen 25 jaar alweer vervangen moesten worden. Dit hangt vermoedelijk samen met de directe aanwezigheid van de zee en de dus zilte atmosfeer. Ook in Aagtekerke, Domburg, Vlissingen en Westkapelle werden binnen 30 jaar gelaste roeden vervangen. Een andere conclusie kan zijn, dat geklonken roeden in een dergelijke omgeving aanzienlijk langer meegaan.

Wat de Boddaert-bovenas betreft: deze is indertijd niet zo best gegoten, want er bevinden zich in de kop nogal wat gietgallen en de hals vertoont sporen van luchtbellen. Maar blijkbaar vond men deze as anno 1866 toch sterk genoeg en die opvatting is juist gebleken, want de molen draait er nog steeds mee!

Bouwjaar
1722
Molenaar
Jan de Witte
Aandrijving
Adres
Molenweg 29
4374 BE Zoutelande
Zeeland
Open op afspraak
Ja
Open voor publiek
Ja
Openingstijden
Als de deur openstaat (geen vaste bezoekdagen) en op afspraak. 
Schoolbezoek mogelijk
Nee

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Meer over deze molen

(Naamloos) te Zoutelande

Locatie

Bezoekadres
Molenweg 29
Gemeente
Veere
Plaats
Zoutelande
Postcode
4374 BE
Plaats (postadres)
Zoutelande
Provincie
Rijksdriehoek: X
22837
Rijksdriehoek: Y
392133
WGS84: N (breedtegraad)
51.50268
WGS84: E (lengtegraad)
3.48358

Contact

Eigenaar
Gemeente Veere

Over de molen

Inrichting
Aandrijving
Overbrengingsverhouding
1 : 6,12
Specificaties
1 koppel 17er blauwe stenen en 1 koppel 16er kunststenen;
Luiwerk: ?

Registratienummers

DHM-databasenummer
536
Rijksmonumentnummer
36865
Ten Bruggencatenummer
03554