De Hantumermolen te Hantum

Hantum, Fryslân
In 1880 werd het waterschap het 'Hantumerleeg' opgericht en in dat jaar is ook de molen gebouwd. Het te bemalen gebied was ongeveer 480 hectare groot en lag ten westen en noorden van de molen.
In 1931 werd een roede vervangen en meteen voorzien van zelfzwichting. Het jaar daarop kreeg ook de andere roede deze verbetering.
In 1957 werd de windkracht, nadat de binnenroede was gebroken, niet meer gebruikt. Kort daarna ging ook de buitenroede eraf. De schroef werd vanaf dat jaar door een elektromotor aangedreven; molenaar Dirk Visser werd aldus machinist.
Begin 1962 verhuisde Visser met zijn gezin naar Hiaure en dat betekende slecht nieuws voor de molenaarswoning: spoedig 'begon' de Hantumer jeugd met de afbraak. Om verder vandalisme en schade aan de molen (zoals brandstichting) te voorkomen heeft de polder 'Oost en Westdongeradeel' de woning toen af laten breken.
Nadat in 1973 elders een gemaal in gebruik was genomen, hoefde de molen helemaal geen dienst meer te doen maar bleef gewoon staan. De toenmalige eigenaar, het waterschap Oost- en Westdongeradeel, hield alles wel waterdicht, zodat het houtwerk en wat zich binnen bevond in goede staat bleef.
In 1978 heeft men de molen in het kader en met geld van de ruilverkaveling maalvaardig gemaakt; uiteraard was een geheel nieuw wiekenkruis nodig.
Van malen kwam daarna overigens niet veel: als de molen al draaide, ging dat steeds met de vijzel uit het werk. Pas na 1990 veranderde dat, toen Oane Visser, zoon van Dirk Visser, hier werd benoemd.
In 2022 ging de oude vijzel eruit om geheel vervangen te worden.
Het door de molen te te bemalen gebied bedraagt nu nog ca. 100 hectare. De gemiddelde capaciteit is 50 m3 water per minuut. Het water wordt in de Hantumer vaart uitgeslagen waarna het naar Ezumazijl stoomt waar het door een elektrisch gemaal in (nu) het Lauwersmeer gemalen wordt.
Een paar constructiedetails: het bovenwiel is uitgevoerd met zes plooistukken. De kruisarmen zijn van eiken, de overige onderdelen zijn alle van iepen.
Vrijwel al het ijzerwerk zoals stroppen rond spil, vulhouten rond de as e. d. zijn niet met lunsen vastgezet, maar met schroefdraad en zeskante moeren, terwijl de ankers in de veldmuren vierkante moeren hebben. Dit is vanaf de bouw al zo geweest.
Fraai zijn de drie ronde gietijzeren vensters in de veldmuren. Meer door Gerben van Wieren gebouwde molens zijn met dergelijke vensters uitgerust.
Molenaars van deze molen:
Arjen Bos (tijd.): september 1880 - oktober 1880
Reinder Jans van der Bij: oktober 1880 - 12 november 1889
Jelle Dirks Hoekstra: 12 november 1889 - 12 mei 1918
Bote Hylkema: 12 mei 1918 - 12 mei 1920
Jacobus van der Veer: 12 mei 1920 - 30 juni 1922
Johannes de Klein: 30 juni 1922 - 12 mei 1930
Dirk de Klein: (broer van Johannes) 12 mei 1930 - mei 1945
Willem Lanting: mei 1945 - augustus 1945
(N.B. van 1935 tot 1957 was deze hulpmolenaar)
Anko Veenstra: augustus 1945 - augustus 1948
Dirk Visser: augustus 1948 - 1973 (deels dus als machinist)
Oane Visser: januari 1990 - januari 2022 (overleden).
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.