Poldermolen
Nederland is bijna helemaal vlak en ligt op veel plaatsen lager dan de zee. Grote stukken grond waren daardoor vroeger drassig. Poldermolens werden vanaf de 15de eeuw in het westen en noorden van Nederland gebouwd, toen bleek dat het waterpeil in onze polders niet door natuurlijke lozingen gehandhaafd kon blijven. Om het land te kunnen bewerken en bewonen moest men de grond droog maken. Daarvoor werden poldermolens gebruikt. Het scheprad of de vijzel van de molen voert het overtollige water omhoog uit de polder af in een rivier of kanaal.
Door het droogmalen van meren en plassen is ons land sinds de 17de eeuw in oppervlakte groter geworden. Vooral in Noord- en Zuid-Holland zijn op deze manier enorme stukken grondgebied toegevoegd. Denk hierbij aan de Beemster, de Schermer en later ook de Haarlemmermeer.
Industriemolen
Nederland heeft een groot deel van zijn welvaart te danken aan de inzet van molens. Met gebruik van molens werden eeuwenlang talloze producten gemaakt. Zo werd er met molens graan gemalen, hout gezaagd en olie uit zaden geslagen. Ook werden ze ingezet voor het maken van papier en verf, en voor het pellen van rijst.
De meest voorkomende industriemolen is de korenmolen. Hier wordt graan tot meel gemalen, de basis van ons brood. Vanaf de 13de eeuw groeide de bevolking en werd de vraag naar graan groter. Daardoor kwamen er meer korenmolens bij. Tot op de dag van vandaag zijn er veel korenmolens die nog in werking zijn.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.