De molen bemaalt de Dijkpolder (ca. 545 ha, opvoerhoogte 1,95 m.) tezamen met een met een schroefpomp uitgerust gemaal. In 1977 ging de Dijkpolder op in het Hoogheemraadschap van Delfland; die is sindsdien ook eigenaar. De molen wordt als reservebemaling van de polder in stand gehouden en is regelmatig in bedrijf.

In 2010 is begonnen met een forse restauratie: het scheprad verkeerde in buitengewoon slechte staat en moest geheel worden vernieuwd. Het nieuwe scheprad is geen kopie van het oude geworden; het is nu een klassiek scheprad met sintelstukken (het oude scheprad week qua constructie af van wat gebruikelijk is). 
Daarnaast zijn de waterlopen grondig nagekeken en keerde de opleider terug: die was verwijderd toen de molen Dekkerwieken kreeg. Ook het kruiwerk onderging een belangrijke wijziging: de houten rollen werden vervangen door ijzeren. 
Op 31 januari 2011 werden ter afsluiting van het vele werk nieuwe zeilen opgehangen en toen was de molen weer maalvaardig.

Heel lang was deze molen de molen met de grootste vlucht van Nederland; in 1984 werd de herbouwde Overwaard molen nr. 2 te Kinderdijk groter; sinds november 2010 is de gereconstrueerde Boezemmolen nr. 6 te Haastrecht met een vlucht van iets meer dan 30 meter de grootste van allemaal.
Naar verluidt had deze molen vroeger geen vangstok maar, overigens bepaald niet ongebruikelijk in het Westland, een vangtrommel.