De bouwvergunning voor deze molen werd op 4 april 1866 verleend. Eind 1866 werd eraan gewerkt en in 1867 kon gemalen worden.
Reeds in 1911 werd, na de aanschaf van een 25 pk petroleummotor, de windkracht vrijwel niet meer gebruikt.

Dit veranderde evenwel in 1916: J.W. Helder kocht de molen en liet deze bedrijfsvaardig restaureren. De nieuwe bedrijvigheid duurde tot 1928, toen de molen bij een storm zijn wiekenkruis verspeelde. Herstel als windmaalwerktuig bleef uit en in 1930 volgde verwijdering van staart en een deel van het binnenwerk.

Daarna gebruikte men de molen als mechanische maalderij en opslagplaats voor de Coöperatieve Landbouwvereniging Winterswijk. Die situatie duurde voort tot in de jaren '80 van de twintigste eeuw. Na 1990 diende de molenromp als blikvanger voor een camping. 

De molen is in 2000, na een ruim 70-jarig bestaan als onttakelde romp met kap, maalvaardig gerestaureerd en sinds mei 2001 weer gebruikt. Op 30 juni 2001 werd de Sevink Mölle officieel in gebruik genomen door minister Annemarie Jorritsma, zoals bekend dochter van een molenaar.

Onderin de molen bevindt zich een ontvangstruimte met bar voor het naastgelegen pannenkoekenrestaurant.