Over De Korenbloem
Het heeft een tijd geduurd, voordat er een nieuwe molen stond. In augustus 1872 geeft J.A.K. Verton aan dat de molen min of meer gereed is, op 31 oktober meldt deze per adverentie in de Zierikzeesche Nieuwbode dat hij zijn bedrijf officieel per 1 november start. Het is dan wel ruim twee jaar na het afbranden van de oude molen!
In 1878 werd Verton volle eigenaar van de molen. In 1884 ging dit over naar P. Remijn, in 1906 naar J. Rijstenbil Dzn. en in 1923 naar D.A. Rijstenbil Jzn.
Een grondige restauratie door molenmakerij Poland maakte hieraan in 1991 een einde. Wiekenkruis en stelling moesten geheel nieuw; de kap moest stevig onder handen worden genomen maar het binnenwerk was redelijk goed bewaard gebleven; ook het staartwerk bleek nog in behoorlijke staat. Op 25 april 1992 lichtte de toen 90-jarige David Rijstenbil de vang van zijn vroegere eigendom.
Sindsdien wordt de molen geregeld op vrijwillige basis in werking gesteld waarbij ook wordt gemalen, voornamelijk voor veevoer.
Twee koppel stenen hebben een eigen regulateur op de maalzolder, het derde heeft er geen. De regulateurs worden via drijfriemen op de steenzolder via het staakijzer aangedreven. Alle koppels hebben een tweetaksrijn met pennetjeswerk.
Interessant is de 'conische' uitvoering van bovenwiel en -bonkelaar. Dit kwam in de 19e eeuw vaker voor, maar bleef in Zeeland een uitzondering. Ook de vangkneppel is in deze regio ongebruikelijk.
Opmerkelijk is de constructie van de stelling: de 32 liggers worden door slechts 16 schoren ondersteund.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.