De Eolus te Den Ham

Den Ham, Groningen
Deze in 1821 gebouwde molen is een achtkante rietgedekte grondzeiler op lage veldmuren en heeft een met vertikale planken gedekte kap. Beide roeden zijn voorzien van zelfzwichting en hebben een vlucht van 66 voet, 19 m. De molen is uitgerust met een schroef of vijzel en bemaalde de Fransumer-Wierumerpolder, groot 451 ha en opgericht in 1821. Sinds het graven van het Van Starkenborghkanaal werd alleen de Fransumerpolder bemalen. De molen kreeg de naam Aeolus, naar de Griekse god der Winden.
Tot 1893 werd de molen door de watermulder bewoond, dit was vroeger vaak gebruikelijk, echter in het bijzonder in Reiderland.
In 1927 kreeg de molen een nieuwe bovenas, afkomstig van Ureterp, aangebracht door molenmaker U. Holman te Stroobos.
In 1952 werd een roede verloren door breuk. Pas in 1963, na vele jaren met één roede te hebben gestaan, kreeg de molen twee nieuwe stalen roeden met stroomlijnneus en remkleppen, aangebracht door molenmaker J. Bremer.
In 1969 liep de molen in de nacht van 9 op 10 november flinke stormschade op. Toen werd een roede compleet schoon geveegd. Herstel volgde in 1972-1973 door molenmaker Bremer te Adorp.
In 1978 kreeg de molen een nieuw rietdek, een groot deel van het oude riet van 1821 zat er toen nog op.
Eigenaars waren: Fransumer Wierumerpolder; na het graven van het van Starkenborgkanaal alleen de Fransumerpolder.
Molenaars waren: J. van der Werff en B. Dijk.
Aduarderdiep 3, 9833 TG, Groningen
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.