We onderscheiden vier ‘soorten’ groen:
- Aanplant van bomen en struiken. Afhankelijk van de regels in het bestemmingsplan is dit vergunningplichtig en daarmee in principe te reguleren;
- Zaailingen: het spontaan uitzaaien van groen. Hierover moet je beheerafspraken maken met de beheerder van het groen (gemeente, waterschap, ook particulieren). Let hierbij op dat de afspraken toezien op de hoogte en niet alleen op ‘uitdunnen’ van het groen. Een aantal gemeenten heeft daarnaast een bomenplan of groenbeheerplan waarin vanaf een bepaalde stamomtrek op 1,2 meter hoogte een kapvergunning rust. Het is dus zaak om zaailingen niet te lang te laten staan, waardoor ze te groot worden en onder die vergunningplicht vallen;
- Bestaand openbaar groen. Handhaving is alleen een mogelijkheid als de aanplant met een vergunning is geplant, vrijwillige beheerafspraken bieden meer kans op succes;
- Bestaand particulier groen: grotendeels uitsluitend op basis van vrijwilligheid aan te pakken.
Er zijn verschillende mogelijkheden om hoog groen aan te pakken. De maatregelen worden vervolgens stuk voor stuk toegelicht bij de vragen:
- Bestemmingsplan of omgevingsplan
- Handhavingsverzoek
- Kettingbeding koopcontract nieuwe bouwplannen
- Gemeentelijk beheerplan groen rond de molen
- Overwegingen tot kap en de herplantplicht
- Toolkit Molenbiotoopactiviteiten op een Natuurwerkdag
Omgevingsplannen behoren regels te bevatten ter bescherming van de vrijwaringszone rond de molen of molenbiotoop. Deze regels horen niet alleen te gaan over ‘bouwen’, maar ook over beplanting.
Als moleneigenaar kun je het volgende in de gaten houden:
- Zorg ervoor dat de reikwijdte van het biotoop-beschermingsartikel voldoende is. Oftewel: het moet niet alleen gaan over ‘bouwen’, maar ook over aanplant en aanwezigheid van groen, ophoging van gronden en het aanleggen van installaties/leidingen/kabels en bouwwerken, die geen gebouwen zijn;
- Let erop dat bij een nieuw of gewijzigd omgevingsplan groenaanplant binnen de molenbiotoop als vergunningplichtig wordt opgenomen;
- Let ook goed op wat er in de afwijkingsregels staat. Oftewel onder welke voorwaarden staat de gemeente toe dat van de biotoop mag worden afgeweken? Wordt daar een molendeskundige bij betrokken en moeten de effecten van de toegestane afwijking op de windvang van en het zicht op de molen nader worden onderzocht? Soms wordt in de afwijkingsregels opgenomen dat de belangen van de vergunningaanvrager niet onevenredig benadeeld mag worden. Deze regel draagt echter niet bij aan het beoogde doel van de regeling, namelijk het beschermen van de windvang van de molen;
- Dring bij een eventuele afwijking aan op compensatie. Komt er toch bebouwing in de buurt van de molen? Dring dan aan op bijvoorbeeld elders groen snoeien, kappen of verplaatsen ter verbetering van de molenbiotoop.
Bij te hoog opgaand groen binnen de molenbiotoop of aanplant van bomen of groen dat vermoedelijk bij volwassen groei te hoog wordt, kun je een handhavingsverzoek indienen bij de gemeente. Het is altijd goed om eerst met de eigenaar – dat kan een particulier, de gemeente of een andere overheid zijn – te overleggen om te kijken of kap of snoei op vrijwillige basis mogelijk is. Bij de gemeente (of waterschap) als eigenaar: zie ook onder deze vraag.
Dring bij nieuwe bouwplannen (van woningen, bedrijven en/of andere gebouwen) aan om in een kettingbeding in het koopcontract of overdrachtsdocument de maximale hoogte van het bijbehorend groen bij aanplant en onderhoud vast te leggen én door te geven aan de volgende eigenaren/kopers.
Je kunt dit ook bereiken door bij de notaris een erfdienstbaarheid ‘non-aedificandi’ op te nemen. Hiermee kun je laten vastleggen dat er niet of in beperkte mate gebouwd of groen aangeplant mag worden op het leidende erf.
Een groenbeheerplan is een inventarisatie van het groen en de beplanting rond een molen. In het plan zijn de bomen en het groen aangegeven die de windvang van en het zicht op de molen belemmeren. Ook zijn maatregelen opgenomen hoe de problemen kunnen worden opgelost. Bij het plan hoort een uitvoeringslijst met planning en kosten.
In Zuid-Holland is vanuit het Erfgoedhuis gewerkt aan groenbeheerplannen rond molens. Deze beheerplannen zijn opgesteld in nauwe samenwerking met de molenaars, de eigenaar van de molen, de gemeente, grondeigenaren in de omgeving van de molen en andere belanghebbende partijen.
Het gezamenlijk opstellen van een groenbeheerplannen is een kans om draagvlak te creëren voor de molen. Groen vinden mensen vaak vanzelfsprekend belangrijk. Maak ook het belang van erfgoed duidelijk en zorg ervoor dat omwonenden de molen omarmen. Hoe zou de omgeving er uit zien als de molen er niet meer was?
De Wet natuurbescherming bepaalt dat na het vellen van houtopstanden (bijvoorbeeld het kappen van bomen) de rechthebbende binnen drie jaar na het vellen dezelfde grond moet herbeplanten met beplanting van vergelijkbare ecologische en landschappelijke waarden.
Een houtopstand is volgens de wet een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend die een oppervlakte grond beslaan van tien are of meer of bestaat uit rijbeplanting die meer dan twintig bomen omvatten gerekend over het totaal aantal rijen.
Provincies en gemeenten mogen aanvullend regels opstellen voor het kappen en herbeplanten. Zo kunnen ze een ontheffing geven voor de herplantplicht binnen het gebied van de molenbiotoop. Bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant heeft dit in haar Omgevingsverordening geregeld.
Verschillende landschapsorganisaties of natuurorganisaties organiseren natuurwerkdagen. De Toolkit van het Erfgoedhuis Zuid-Holland geeft tips en een draaiboek om zo’n dag te organiseren en in te zetten voor het verbeteren van de biotoop. Is er geen natuurwerkdag rond uw molen? Organiseer er dan zelf één met behulp van de Toolkit.
Je kunt een aantal acties ondernemen:
- Zoek uit of het bestemmingsplan of omgevingsplan regels bevat ter bescherming van de vrijwaringszone rond de molen of molenbiotoop. Zijn daar ook regels in opgenomen die toezien op beplanting?
- Informeer welke bomen de gemeente wil planten en hoe hoog die worden in volwassen toestand. Past de hoogte binnen de molenbiotoopregels in het bestemmingsplan of omgevingsplan? Als dat niet het geval is en de bomen in volwassen toestand de maximale hoogte volgens de biotoop overschrijden dan moet de gemeente vergunning of ontheffing aanvragen. En tegen dat besluit kunt u bezwaar maken.
- In alle gevallen: treed in overleg met de gemeente. Nodig ambtenaren en wethouder uit om ter plaatse te komen kijken. Doe dit tijdig, zodat niet de bezwaartermijn verloopt.
Je kunt een aantal acties ondernemen:
- Zie vraag 'Is het mogelijk om bij nieuwbouwplannen de maximale hoogte van beplanting te regelen?';
- Zie vraag 'Is het zinvol om een gemeentelijk beheerplan groen rond een windmolen te maken?';
- Creëer draagvlak voor de molen bij bewoners en partijen in de omgeving van de molen. Groen vinden mensen vaak vanzelfsprekend belangrijk, zorg ervoor dat ze dat ook de waarde van erfgoed gaan inzien.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.