De vroegere polder van Biesland werd bemalen door deze schepradmolen die uitsloeg op een lange voorboezem uitmondend in de Oostsingel van Delft. Hij staat reeds aangegeven op de kaart van Floris Balthasarsz rond 1611.

In 1799-1801 werd het noordoostelijke deel van de polder drooggemaakt en afgescheiden van het hoge deel van de polder, dat de naam Bovenpolder kreeg. De droogmakerij werd de polder van Biesland genoemd.

De bemaling van de Bovenpolder geschiedde door de oude schepradmolen, die tevens fungeerde als bovenmolen voor de polder van Biesland.
In 1858 werd concessie verleend voor het bedijken en droogmaken van de door vervening ontstane plas in het noordelijke deel van de Bovenpolder.
Deze zo geheten Nieuwe Droogmakerij kwam in 1859 gereed en werd bemalen door de vijzelmolen van de polder van Biesland.

De polder van Biesland werd bemalen door een vijzelmolen (zie dbnr 82 ) staande aan de zuidwestelijke ringdijk (ongeveer waar de Bieslandseweg afbuigt) en uitslaande op de molentocht van de Bovenpolder. Deze molen werd in 1934 afgebroken.

Deze schepradmolen had twee functies nl. het bemalen van de Bovenpolder en als bovenmolen van de polder van Biesland.
De vang was uitgevoerd met een vangtrommel.

Bron o.a.: Verdwenen Molens in Zuid-Holland, A.J. Marrenga-Stapff.