Grevenbichtermolen te Grevenbicht

Grevenbicht, Limburg
De watermolen van Grevenbicht is een aantrekkelijke kleine turbine-watermolen. Hij bestaat uit een laag wit gesausd bakstenen gebouw dat onder een kleine hoek aansluit op het hogere woonhuis.
Oorspronkelijk werd de molen aangedreven door een onderslagrad met een middellijn van 8,20 m. en een breedte van 0,44 m. De schoephoogte bedroeg aanvankelijk slechts 0,21 m.
Bij vernieuwingen van het waterrad in de tweede helft van de 19e eeuw werden steeds hogere schoepen aangebracht, namelijk 0,35 m. en vervolgens 0,44 m. Wat de middellijn betreft, behoorde het waterrad tot de grotere raderen in de provincie Limburg.
In 1887 liet de toenmalige eigenaar Frans Roelofs het waterrad vervangen door een turbine, geleverd en geplaatst door de Scheepswerf Boele uit Bolnes. De regeling van de watertoevoer naar het loopwiel vindt niet plaats door verstelling van de schoepen in een leidschoepenkrans maar door het uittrekken van een aantal losse kleppen aan de omtrek: een oorspronkelijke regeling van de waterhoeveelheid. Vanwege zijn eenvoudige constructie was de turbine minder gevoelig voor de vervuiling van het water.
De maalstoel bestaat uit gietijzeren kolommen, die onder de steenzolder zijn geplaatst. Elke steenspil wordt gesteund door een steenlichtbrug. die tussen twee kolommen is geklemd.
Blijkbaar gaf de turbine niet de gewenste verbetering, want in 1893 kocht Roelofs bij Grasso in 's-Hertogenbosch een stoommachine van 24 PK. waarvoor het ketelhuis, de machinekamer en een vierkante schoorsteen op de linkeroever van de beek werden gebouwd. De stoommachine was niet nieuw: de machineplaat droeg het nummer 52 en het bouwjaar was 1877.
Bij een hoge waterstand in 1926 werd de stoomketel beschadigd. De ketel werd door het Stoomwezen afgekeurd en niet meer vervangen.
Oorspronkelijk lagen er twee koppels 16-er maalstenen op de steenzolder, waarvan de steenspillen via riementransmissies direct door de verticale turbine-as worden aangedreven. Bij de plaatsing van de stoommachine werd bij het rechterkoppel stenen een aandrijfas gelegd met een conische tandwieloverbrenging op de steenspil, die later ook bij de aandrijving door de elektromotor werd gebruikt. De riemschijf op deze as is zwaar uitgevoerd en had kennelijk nog een functie als vliegwiel.
Het linkerkoppel blauwe Duitse stenen voor het tarwe- en boekweitgemaal werd omstreeks 1950 verwijderd om plaats te maken voor een kleine elektrische hamermolen, type Econoom, van de firma Gebr. Jaspers uit Aarle-Rixtel. (N.B.).
Omstreeks 1960 werd het maalbedrijf stilgelegd. De molen wordt vanaf 1990 goed onderhouden. De turbine, die meer dan honderd jaar oud is, functioneert nog steeds.
De watermolen ligt op de Kingbeek. die ten zuiden van Obbicht aan de voet van de Hogenberg ontspringt. Het heldere water komt uit tientallen bronnen aan de oppervlakte, vult een kegelvormig bekken, stroomt vervolgens door de dorpen Obbicht en Grevenbicht en mondt tenslotte ten zuiden van Illikhoven in de Maas uit.
De Kingbeek en de turbine vervuilden echter door de lozing van huishoudelijk afvalwater. Bij de woningen langs de beek in Grevenbicht werden weliswaar zinkputten aangelegd maar die brachten slechts een gedeeltelijke verbetering. Het loswater stroomt via een sluis door de molen en verspreidt onder bepaalde omstandigheden in de turbinekamer een onaangename geur.
Momenteel is in de molen een klein oorlogsmuseum ingericht. De molen ligt vlak bij de Grensmaas, waar fietsers en wandelaars met een veerpont de Belgische oever kunnen bereiken.
Watermolenstraat 12, 6127 AP, Limburg
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.