Over Koartwâld / Feanstermoune
De molen had een voorganger: een standerdmolen. Deze verbrandde in 1863, waarna op die plaats een achtkante stellingmolen werd gebouwd. Eigenaar was toen de familie Van Schepen.
Vóór 1905 werd alleen rogge vermalen. In 1905 kocht H. Sietzema de molen van K.B. Kloosterman en liet meteen de molen opknappen: in 1906 kregen beide roeden zelfzwichting. Een jaar later werd een motor aangeschaft om ook bij windstille dagen te kunnen malen.
Later was sprake van het aanbrengen van het systeem Dekker, maar daar kwam het niet meer van: op 24 september 1946 verspeelde de molen bij zware storm het wiekenkruis en werd niet meer hersteld.
Niet lang daarvoor, 1944, was hier nog een nieuwe Potroede gestoken en wel een zeer bijzondere, namelijk de allerlaatste die deze firma maakte: de nr. 2814. Die roede was hier dus geen lang leven beschoren geweest (die roede zelf is daarna, op nog niet echt opgehelderde wijze, naar het Zuid-Hollandse Rockanje verhuisd).
Herstel bleef uit, de molen raakte in verval en was tenslotte weinig meer dan een ruïne.
In 1990 nam een plaatselijke molenstichting het initiatief om de molen weer maalvaardig te laten restaureren. De completering van de molen is als werkgelegenheidsproject tot stand gekomen. Ook de machinekamer werd, inclusief de dieselmotor, geheel hersteld.
Op 30 september 1995 werd deze stellingkorenmolen officieel weer in gebruik genomen.
De bovenas die bij de reconstructie werd gestoken was afkomstig van de in 1964 verbrande Puurveense Molen te Kootwijkerbroek (Gld.) en voor de huidige molen iets ingekort.
Vervolgens is jaren met de molen gedraaid en ook gemalen, maar na ruim 20 jaar bleek dat de bovenas scheuren vertoonde, vermoedelijk toch een gevolg van de brandschade in Kootwijkerbroek. Dit was reden om in de loop van 2015 te streven naar een grote herstelbeurt met daarbij ook een nieuwe bovenas.
De kap is, nadat de roeden waren gestreken, naast de molen op de grond gezet. Terwijl de nieuwe as werd gegoten werd ondertussen allerhande herstel verricht, zoals nieuw riet op de kap. Nadat de roeden weer waren gestoken is de zelfzwichting aangebracht maar in een opmerkelijke kleurstelling: de kleppen op de binnenroede zijn blauwgrijs en die op de buitenroede donkerrood geverfd! Dit omdat men inmiddels in een schuur bij de molen een stel kleppen van 1946 of ouder in die kleuren had aangetroffen.
De omgeving van de molen is ook veranderd: één van de aanbouwen bij de molen heeft weer, net als vroeger het geval was, een puntdak.
Op 12 september 2015 heeft men de molen feestelijk heropend.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.
Meer over deze molen
Koartwâld / Feanstermoune te Surhuisterveen
Locatie
Contact
Over de molen
Luiwerk: sleepluiwerk (sleepwiel loopt over bovenzijde spoorwiel)