Over Poldermolen K
Bij de inpoldering van de Schermeer kreeg elke afdeling zijn eigen poldermolen. Zo ook de afdeling K.
De molen werd in kavel 2 geplaatst op een uitloper van de hoger gelegen Blokkers waarop ook de rest van de molengang van de Schermer-zuidkust werd geplaatst. De molen werd via een schuine tocht met de onderkolk verbonden.
Omdat de bemaling via een schuine tocht in de buurt van vele andere molens toch gecompliceerd bleek, werd deze molen reeds in 1645 in zijn geheel enige tientallen meters verplaatst. "Het laatste zal de molen minder krenken en het is ook het onkostelijkst". Verplaatsen was in droogmakerijen bepaald niet ongebruikelijk, maar hier werd de molen dus in zijn geheel een stukje verschoven. Aldus werd het voor deze molen gemakkelijker, uit te malen.
Tot 1929 bemaalde Poldermolen K aldus de 335 ha grote gelijknamige afdeling op een zijtak van de Zuidervaart, die deel uitmaakt van de Schermerbinnenboezem.
Vele jaren na de buitengebruikstelling stond deze molen met één roede. Eind 1977 werden nieuwe roeden gestoken, maar reeds op 3 januari 1978 sloeg de molen bij zware storm op hol, waarbij de as brak en het gehele wiekenkruis met beide nieuwe roeden naar beneden kwam.
Op 4 februari 1983 werd de molen weer voorzien van een bovenas (afkomstig van de in 1966 verbrande Ondermolen 13; deze was steeds los bewaard bij de museummolen te Schermerhorn); de gerepareerde roeden werden weer gestoken.
De oude bovenas van Poldermolen K ligt, met zwaar beschadigde kop, tegenwoordig bij de museummolen.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.