Krijtmolen d’Admiraal werd in 1792 gebouwd. De oprichter en eerste eigenaar was Elizabeth de Leeuw-Admiraal, een vermogende vrouw die haar naam wilde laten voortleven door de molen de naam d’ Admiraal mee te geven. Tegenwoordig is de Krijtmolen alweer meer dan 50 jaar eigendom van de Stichting Krijtmolen d’Admiraal en al meer dan 30 jaar in de vertrouwde handen van molenaar Harm-Ydo Hilberdink.
De molen draait heden ten dage vrij vaak, waarbij soms voor productie wordt gemalen. De molen heeft echter ook een belangrijk sociale functie: de molenzaal wordt gebruikt voor diverse gelegenheden en bijeenkomsten. Al jaren is deze unieke zaal bijzonder populair als trouwlocatie maar ook voor een feestje, receptie, diner, vergadering of presentatie. Mede door de grote glaswand tussen de zaal en maalruimte ervaar je het specifieke ‘molengevoel’.
Om ervoor te zorgen dat gasten warm onthaald kunnen blijven worden, is isolatie en herinrichting van de zaal nodig. Draag jij een steentje daaraan bij?
Over D'Admiraal
Heel lang werd gedacht dat de molen in 1792 gebouwd is door Roelof de Leeuw en dat deze de molen vernoemd zou hebben naar zijn vrouw Elizabeth Admiraal. Echter: De Leeuw, oud-schepen en burgemeester van Monnickendam, blijkt al in 1763 te zijn overleden. Zijn weduwe, de in 1702 geboren Elizabeth Admiraal was dus zelf de investeerder in dit bouwproject (en dus al 90 jaar oud!), toen ze op 12 juni 1792 voor 350 gulden het Jan Betten-ven in de Buiksloterpolder kocht. Nog datzelfde jaar is de molen voltooid en in gebruik genomen.
Elisabeth de Leeuw-Admiraal overleed in 1793; in 1806 verkochten haar erfgenamen de molen aan Jan Spaans. Diens weduwe liet hem in 1818 na aan Timon Grool, een zoon uit een eerder huwelijk. Diens zoon verkocht hem in 1877 aan Karel Hendrik Ditmar uit Amsterdam. In 1888 nam Willem Johan Melchers, makelaar te Amsterdam, de zaak van deze laatste over.
Melchers' zoon Daniël werd in 1896 eigenaar en plaatste een hulpkracht in de vorm van een stoommachine, zodra het bedrijf niet meer geheel afhankelijk was van de wind. Er werd echter nog tot omstreeks 1940 op windkracht gemalen. Pas in 1954 staakte de op leeftijd gekomen Melchers het bedrijf. Een jaar later kwam hij te overlijden.
D'Admiraal werd in 1955 verkocht aan de N.V. Zand- en Grindhandel vh. D. van Baarsen, die de molen als opslagruimte in gebruik nam. Al spoedig werd het wiekenkruis verwijderd en raakte de molen geleidelijk aan rijp voor de sloop.
In 1960 werd ter plaatse een restauratiecomité gevormd, dat vervolgens door schenking de molen in eigendom kreeg. Nadat het comité was omgevormd tot Stichting Krijtmolen d'Admiraal, kon in 1966 met de omvangrijke restauratie worden begonnen. Op 4 november 1967 volgde de officiële ingebruikname. In 1970 lukte het ook om de molen in exploitatie te krijgen.
De molen draait vrij vaak, waarbij soms voor productie wordt gemalen. In het westelijk deel van de molenschuur was vroeger een woning aanwezig.
Eind oktober 2020 begon men met de vernieuwing van het gehele rietdek: op zaterdag 31 oktober werd al het oude riet losgemaakt en naar beneden gegooid. Half december draaide de molen weer in een geheel nieuwe jas.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.