Aarssensmolen / De Dageraad te Zeeland

Zeeland, Noord-Brabant
Van deze molen werd altijd beweerd dat deze in 1832 zou zijn gebouwd. Anno 2020 bleek na archiefonderzoek iets anders: op 4 april 1815 verpachtten drie eigenaren de molen aan Francis Cleophas. "Ten woonhuize van Andreas van Erp, burgemeester te Zeeland: Joannis van Erp, koopman te Zeeland, eigenaar voor 1/4 part; Reinier Cleophas, korenmolenaar te St. Anthonis, eigenaar voor 1/4 part; Henrica van Gemonde, geassisteerd door haar echtgenoot Henricus van den Brock, mouter te Uden, eigenaar voor 1/2 part en als voogd over haar minderjarige kinderen uit haar eerste huwelijk met Andreas Ignatius van der Meulen, met name Maria Catharina, Jan Francis, Anthonetta, Adreanus Arnoldus en Dorothea. Henricus van den Brock als mede-voogd en Henricus van London, ontvanger der belastingen te Reek en Zeeland, als toeziende voogd. Zij verpachten de korenwindmolen van Zeeland aan Francis Cleophas, molenaar te Zeeland, voor f 755,--. Als borgen stellen zich Joannes van Erp en Reinier Cleophas."
Ook is er een inschrijving in het patentregister van de gemeente Zeeland van 1815, waarin Francis Cleophas wordt genoemd als molenaar van een korenmolen, zonder balie, waarvan de wieken langs de grond gaan. Hendrik Cleophas is dan molenaarsknecht. De molen dateert dus in ieder geval van 1815.
In het patentregister van 1823 staat Steven van Dieten, koorn- en boekwijtmolenaar, wordende de molen door de wind gedreven, bij afwisseling mout malende. Hij is dan ook meelverkoper en herbergier.
Latere eigenaren waren achtereenvolgens M.C. van der Meulen (1841 - 1860), Franciscus Klefas (1860 - 1869), Joh. Chr. Arts (1869 - 1880) , Willem van Dieden (1880 - 1889), Th. van Kilsdonk (1889 - 1922) en Cornelis van Kilsdonk (1922 - 1929). Overiges was Joh.Chr. Arts geen molenaar, maar bugemeester van St. Anthonis.
IN 1929 werd A.M. van Aarssen, afkomstig uit het Limburgse Roosteren, eigenaar; totaan de verkoop aan de toenmalige gemeente Zeeland in 1971 bleef de molen in zijn familie. In dat jaar was de molen al buiten bedrijf en in slechte staat.
Restauratie voor deze toen al behoorlijk vervallen en grotendeels uitgesloopte molen volgde in 1975/'76. Hierbij werd onder meer het spoorwiel van de korenmolen te Merselo gebruikt. Die molen fungeerde op dat moment alleen nog als graansilo (maar is inmiddels ook weer een volwaardig maalwerktuig). Sindsdien is weer gedraaid en ook gemalen.
In het voorjaar van 2008 heeft men beide roeden gestreken, om deze na reparatie weer te steken. Bij die gelegenheid is opnieuw het systeem Van Bussel aangebracht.
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.