De Bloem te Amsterdam

Amsterdam, Noord-Holland
Molen De Bloem, ook wel genaamd De Blom, is een oorspronkelijk in 1768 gebouwde en als korenmolen ingerichte achtkante bovenkruier met stelling. Oorspronkelijk stond de molen echter aan een van de paden ten westen van de Jan Roodenpoort (op het Rootscherlaeckenspadt) de huidige Jordaan maar werd in 1614 naar een van de nieuwe bolwerken verplaatst. Al eerder, in de 16de eeuw, stond de molen op een 'stuckzen lants' buiten de Regulierspoort, zodat hij zeker driemaal verplaatst moet zijn.
Zoals de meeste korenmolens in die tijd betrof het een standerdmolen, die in 1768 door de huidige achtkante molen werd vervangen. In het nabij het voormalige bolwerk gelegen perceel Marnixstraat 285 bevindt zich nog een steen met de afbeelding van een standerdmolen.
Ruim een eeuw later, op 16 oktober 1877, besloten burgemeester en wethouders dat de molen, die op stadsgrond stond, moest worden afgebroken in verband met het doortrekken van de Marnixstraat. De toenmalige eigenaars lieten hem in het daaropvolgende jaar afbreken en herbouwen op de huidige plaats (die toen nog viel onder de gemeente Sloten). Dit werk moet indertijd uitgevoerd zijn door de molenmakersfamilie Peppink, in dit geval Theodorus Peppink (waarvan er overigens meerdere zijn geweest).
In het begin van de 20ste eeuw, in ieder geval in of voor 1913, is op beide roeden zelfzwichting aangebracht, die na stormschade in of vlak voor 1922 weer door het Oudhollands wieksysteem is vervangen.
In september 1915 werd de molen uit particuliere handen verkocht aan de Coöperatieve Vereniging tot onderlinge Aankoop en Verkoop van Veevoeder annex Maalderij Kent U Zelve te Sloterdijk. De molen stond echter op een terrein dat bij raadsbesluit van 20 oktober 1926 was aangewezen voor onteigening in het belang der volkshuisvesting wat ertoe leidde, dat hij bij raadsbesluit van 15 november 1927 door de gemeente werd aangekocht.
Hoewel in de loop der tijd een motoraandrijving als hulpkracht was geïnstalleerd bleef De Bloem als windkorenmolen in bedrijf tot in het begin van de jaren vijftig.
Oorspronkelijk waren onderin de molen twee woningen aanwezig; de oostelijke ervan is nog in gebruik. De molen draait geregeld.
In de vroege ochtend van 1 januari 2014 werd de molen door een vuurpijl (lees: een wensballon, berucht omdat zij zeer moeilijk te blussen zijn) geraakt en ontstond brand in het rietdek van het onderachtkant. De brandweer zag zich genoodzaakt een deel van het riet, met rietlatten en al, uit te zagen en 'overboord te gooien'. Er zat een flink gat in het rietdek maar de molen was gered.
Begin 2023 werd bekendgemaakt dat deze molen een flinke opknapbeurt zal ondergaan. Werkzaamheden aan kap, kuip, wiekenkruis zijn allereerst nodig, daarna gaat men ook aan de slag met zaken als de gevelstenen.
Op afspraak via telefoon of per mail.
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.