De Hoop te Wemeldinge

Wemeldinge, Zeeland
De oudste en noordelijkste van de twee witte ronde stenen stellingkorenmolens van Wemeldinge is uit 1866. Deze staat aan de dorpsrand vlakbij het Kanaal door Zuid-Beveland.
In 1866 kocht J. van Belois van een landbouwer een stuk land en stichtte daarop de molen. Hij was tot die tijd knecht geweest van de molenaars Allaart, die in Wemeldinge een achtkante grondzeiler hadden, maar begon toen voor zichzelf en moest zich uiteraard bewijzen door een molen te bouwen die groter en beter was!
Omdat Van Belois' zoon vanwege 'onnozelheid' (waarschijnlijk een verstandelijke beperking) zijn vader niet kon opvolgen, ging de molen in 1877 over aan J. de Jonge Job.zn. Vervolgens waren vanaf 1888 H.E. Roozemond Dzn, L. Bazen, H.L. van Vessem, W. Moelker en S.G.J. Somers eigenaar tot in 1973 de gemeente Kapelle 'De Hoop' aankocht.
Tot begin 1900 is de molen ook bewoond geweest. In 1901 brandde de molenaarswoning, die toen verhuurd was aan een particulier, af.
De molen werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. In 1942 is een licht werkend Engels kruiwerk aangebracht en een jaar later Van Busselstroomlijnwieken, waaraan in 1949 remkleppen werden toegevoegd. De vroeger aanwezige (ingekorte) roeden waren afkomstig van een strijkmolen uit het Noord-Hollandse Oudorp, de buitenroede van een Delftse molen.
Tot medio 1968 werd op windkracht gemalen: toen beëindigde de molenaar zijn bedrijf en verkocht zijn molen aan een particulier. Deze laatste ging in 1969 over tot verbouwing van de molen tot zomerverblijf. Het gehele binnenwerk werd verwijderd met de bedoeling, er twee vakantiewoningen te stichten. Dit alles zonder toestemming van het toenmalige ministerie van C.R.M. en dat werd opgemerkt. Het sloopwerk werd vervolgens van hogerhand stilgelegd en daarna gebeurde er een hele tijd niets.
Voor de molen zelf betekende dat: rampspoed. Na aankoop door de gemeente Kapelle werden plannen gemaakt om deze inmiddels tot een troosteloos wrak vervallen molen in oude luister te herstellen.
In 1981/83 volgde dan een zeer grote restauratie, waarbij het dakleer op de kap, de stelling en het wiekenkruis zijn vernieuwd. Ook aan het metselwerk werd zeer veel hersteld; daarna is de molen opnieuw gewit. Uiteraard kreeg de molen een grotendeels nieuw binnenwerk, het oude was immers grotendeels weggesloopt.
Vanaf 1983 is deze molen weer geregeld draaiend te zien. Alleen in 2015 was er sprake van stilstand, omdat de stenen romp groot onderhoud moest ondergaan.
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.