De Noorman te Westkapelle

De Noorman

Westkapelle, Zeeland

Over De Noorman

Omstreeks 1550 stond er in Westkapelle vlakbij de kerk al een standerdmolen, die voor de helft eigendom was van de stad en voor de andere helft van de ambachtsheer van Westkapelle. Beide eigenaren lieten in 1773 een ronde stenen grondzeiler, de Dijkmolen (veel later "Prins Hendrik" genaamd) op de zeedijk bouwen.

In 1851 viel het besluit tot de bouw van een tweede molen in Westkapelle: deze kreeg de naam "De Noorman". Vroeger werd de molen ook wel 'fondsmolen' genoemd, dit omdat de bouw plaatsvond op initiatief van het "Fonds tot Heil van Jongelingen". Dat was in 1825 door drie vijftienjarige jongens in het leven geroepen: ieder diende per week tien cent bij te dragen en mee te denken over de beste belegging ervan. Doel was om naast het verkrijgen van rente de werkgelegenbeid en daardoor de welvaart in Westkapelle te bevorderen. De kennis van zaken van de jongelieden ontwikkelde zich gaandeweg: zo kochten zij in het begin bijvoorbeeld biggen die zij, na vetmesting, weer verkochten voor de slacht. In 1851 bleken zij, inmiddels dus ruim 40 jaar oud, in staat en bereid tot een grote investering: een koren- en pelmolen.

In 1852, het jaar dat de molen gereed kwam, deed een andere inwoner van Westkapelle iets soortgelijks, met molen De Roos als resultaat. Drie koren- (en vermoedelijk ook pel-)molens tegelijk in één niet al te grote gemeenschap was mogelijk wat veel van het goede maar het heeft gefunctioneerd.
N. Verhulst, één van de 'jongelingen', was vanaf de bouw tot 1894 eigenaar. Daarna waren dat H.P. Minderhoud (tot 1912), de weduwe J.P. Wayhaert (1912-1913), J. Roelse Izn. (tot 1947) en na 1947 Kees Roelse.

Eén gebeurtenis kan in Westkapelle nooit worden vergeten of ontkend: het bombardement. Op 3 oktober 1944 bombardeerden Engelse vliegtuigen de Westkapelse zeedijk, in een poging Walcheren onder water te zetten en daarmee de Duitse bezetter te verdrijven en zo de noordelijke zijde van de Westerschelde in handen te krijgen. Juist rond Westkapelle waren, vanwege de 'Atlantikwall', door de Duitsers allerlei versterkingen aangebracht. Het Engelse leger had via uitgeworpen pamfletten nog gewaarschuwd voor naderend onheil maar lang niet alle bewoners waren in oktober 1944 al vertrokken.
Voor Westkapelle werd dit een drama zonder weerga: het dorp werd eind 1944/begin 1945 grotendeels met de grond gelijk gemaakt, in eerste instantie door de Engelse bommen en daarna door eb en vloed, die na de gedeeltelijke verwoesting van de dijk vrij spel hadden. In totaal verloren hier 175 mensen het leven.
Op die bewuste derde oktober 1944 gingen door dit oorlogsgeweld ook twee Westkapelse molens geheel verloren: in De Roos kwamen bovendien 47 in de molen gevluchte bewoners om, de Dijkmolen ging malend ten onder.
De Noorman, die als enige Westkapelse molen de Tweede Wereldoorlog overleefde, was behoorlijk beschadigd maar in de loop van 1945 alweer maalvaardig.

Kees Roelse maalde hier tot 1951 op windkracht en ging vervolgens beneden in de molen met de motor verder. Hij beschikte over twee koppel 16der kunst- en blauwe stenen en een door een 1,5 PK elektromotor aangedreven buil op de eerste zolder. Op de begane grond stond een 30 PK elektromotor voor een koppel 16der kunst- en een koppel 17er blauwe stenen (dat laatste verhuisde in 1968 naar Zoutelande). De elevator van de begane grond naar de tweede zolder werd samen met het luiwerk aangedreven door een 2 PK elektromotor (die in 1968 werd verwijderd).

In 1963 werd de toen al 12 jaar stilstaande molen gerestaureerd. Hierbij werden beide Potroeden vervangen door nieuwe gelaste exemplaren; ook werd de stelling geheel nieuw (dat was zeker nodig, want op één plaats was deze al ingestort), evenals delen van de staart.

In 1974 kocht de toenmalige gemeente Westkapelle de molen. Tussen 1983 en 1987 volgde een restauratie die circa ƒ 250.000,-- kostte. Wederom werden beide roeden vervangen. Vanaf 1987 was de molen weer geregeld op vrijwillige basis in bedrijf en daar ook het Zeeuws Molenmuseum gevestigd.

In 2011 werd duidelijk dat de molen opnieuw flink herstel moet ondergaan: beide roeden bleken niet best meer en ook moesten reparaties aan kap en stelling worden uitgevoerd. De molen werd stilgezet.
In september 2012 werd met herstel begonnen: beide roeden werden gestreken en de kap naast de molen neergezet. Zo kon ook het bovenste gedeelte van het metselwerk grondig worden nagekeken. Nadat de kap was herplaatst, werden op 22 mei 2013 de nieuwe roeden gestoken, het derde nieuwe stel binnen 50 jaar.

In april 2017 bleek onverwacht dat het niet bij dit derde stel zou blijven: De Noorman was, met nog ruim 40 andere molens in Nederland en Duitsland, uitgerust met gedeelde roeden, een betrekkelijk nieuwe constructie waarbij twee roedhelften met bouten aan elkaar zijn verbonden. Omdat echter bij twee molens elders bouten waren gebroken, kregen de eigenaren van met gedeelde roeden uitgeruste molens het advies, de molens stil te zetten. Dit gold dus ook De Noorman, met zijn amper vier jaar oude wiekenkruis.
De meeste moleneigenaren maakten vervolgens de keuze, de bestaande gedeelde roeden af te laten voeren en te vervangen door nieuwe, uit één stuk. De kosten voor deze grote tegenvaller worden gedragen door het Rijk. Dit omdat die instantie de richtlijnen inzake de gedeelde roeden had goedgekeurd.
In oktober 2017 heeft molenmakerij Verbij de roeden kaalgezet, op 19 oktober werden zij verwijderd en vervolgens afgevoerd richting roedenmaker Straathof: die heeft, naar model van de oude, vervolgens nieuwe roeden gemaakt. Het hekwerk (dat immers niet ouder was dan vier jaar) is daarna zoveel mogelijk opnieuw gebruikt.
De nieuwe roeden zijn op 3 april 2018 gestoken (het vierde stel dus in 55 jaar!) en kort daarna was De Noorman weer maalvaardig. 

Enige bijzondere historische en technische details:
Beide grote en wit omlijste ramen wijzen op vroegere bewoning. Tot 1912 heeft op de tweede zolder een pelsteen gelegen, die toen door blikseminslag in stukken werd geslagen; op de eerste zolder zijn de sporen van de draagbalken onder de pelsteen nog aanwezig in de muur. Het huidige luiwiel, met 15 gaten voor staven, is waarschijnlijk één van de bladen van het voormalige pelschijfloop. De overbrenging heeft in dat geval 1 : 9,41 bedragen; zeer goed mogelijk voor een pelwerk.
Een opmerkelijk constructiedetail: de molen kruit op neuten, maar in plaats van een kuip die de kap op de romp centreert, wordt dat hier gedaan door vier aan de voeghouten gemonteerde zware ijzeren 'stoelen' met daarin een keerrol. De kuip zelf, die vogels en regenwater buiten moet houden, is van blik.

 

Bouwjaar
1852
Functie
Molenaar
P. Roelse
Telefoon
?
Aandrijving
Adres
Molenwal 25
4361 CC Westkapelle
Zeeland
Open op afspraak
Ja
Open voor publiek
Ja
Openingstijden
In de regel is deze molen woensdagmiddag geopend.
Schoolbezoek mogelijk
Nee

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Meer over deze molen

De Noorman te Westkapelle

Locatie

Bezoekadres
Molenwal 25
Gemeente
Veere
Plaats
Westkapelle
Postcode
4361 CC
Plaats (postadres)
Westkapelle
Provincie
Rijksdriehoek: X
20019
Rijksdriehoek: Y
395241
WGS84: N (breedtegraad)
51.52994
WGS84: E (lengtegraad)
3.44182

Contact

Eigenaar
Gemeente Veere
Telefoon
?

Over de molen

Inrichting
Aandrijving
Overbrengingsverhouding
1 : 5,23
Specificaties
1 koppel 16er kunststenen, 1 koppel 17er blauwe stenen

Registratienummers

DHM-databasenummer
529
Rijksmonumentnummer
38851
Ten Bruggencatenummer
03551