De molen werd in 1890 gebouwd als korenmolen. In 1893 werd de molen uitgebreid met een olieslagerij. In 1909 sloot men de molen aan op een boomzaag in een houten schuur langs de molen. Hierdoor ontstond de uitzonderlijke situatie dat de molen tegelijk drie functies op windkracht had.

In 1942 werd op beide roeden het Van Bussel-stroomlijnsysteem aangebracht. Hierdoor was het mogelijk met veel minder wind te malen.

De molen was tot 1956 in bedrijf als korenmolen. Op dat moment waren olie- en zaaagwerk alweer grotendeels verdwenen. Na 1960 werd de molen helemaal niet meer gebruikt, waarna het verval snel toesloeg. In 1969 richtte een (aangestoken) bermbrand die naar de molen oversloeg grote uitwendige schade aan; in 1979 werd de molen onttakeld. Over herstel werd nauwelijks gedacht en voor de toekomst werd gevreesd.

De Stichting Holten's Molen heeft zich vanaf 1990 over de molen ontfermd. De in fasen uitgevoerde restauratie is voltooid in 1998. Bijzonder is, dat ook hier het oliewerk geheel werd gereconstrueerd: vele molens in de de provincie Noord-Brabant hebben een oliewerk gehad, maar hiervan bleef doorgaans heel weinig over. Na de reconstructie was de molen weer regelmatig in bedrijf en werd graan gemalen en olie geslagen, soms tegelijk. Dankzij medewerking van de Boerenbond is er ook volop maalgoed.

Later kregen de plannen om ook de zagerij in ere te herstellen de aandacht. In het voorjaar van 2006 werd begonnen met de bouw van de zaagschuur naast de molen, hiertoe moest de molenberg voor een deel worden afgegraven. In 2008 was het zaagwerk gereed en kon weer worden gezaagd.

De opzet van de stenen romp is zeer typerend voor zijn maker, Antonius van Himbergen: op de maalzolder drie ramen boven de poort (hier bijna precies op het westen) en de beltdeuren noord en zuid en vervolgens op het oosten nog een raam. Op de steenzolder vier ramen op ZW, NW, NO en ZO. Dit is bij alle nog bestaande molens van Van Himbergen zo (al is de richting van de poort in Luijksgestel zuidelijk; Nuenen, Deurne, Acht en Vessem alle vier op het westen). Op de luizolder hebben Deurne (en de iets grotere broer Vessem) de ramen W en O, Nuenen en Acht 90 graden gedraaid, dus Z en N.