Over Mariamolen
In 1794 werd door de familie Manders een standerdmolen gebouwd aan de weg naar Cuijk. Waarschijnlijk is deze door brand verloren gegaan, want reeds in 1802 verscheen aan de overkant van de weg schuin tegenover de locatie van de standerdmolen de nu nog bestaande Mariamolen.
Bij de bouw werd destijds gekozen voor het type grondzeiler en er werd geen gebruik gemaakt van onderdelen van de oude standerdmolen (vandaar dat men aanneemt dat deze laatste is afgebrand). Wél was de molen bij de bouw opvallend simpel en op een standerdmolen gelijkend ingericht: één koppel stenen, rechtstreeks vanaf het bovenwiel aangedreven.
In 1859 is de molen verhoogd tot beltmolen. Sommigen stellen dat de molen door de bouw van omringende huizen (zoals het molenaarshuis, dat nu nog schuin tegenover de molen staat) te weinig wind kreeg. Anderen beweren dat deze molen niet verhoogd werd voor meer wind, maar om meer mogelijkheden te verkrijgen. Bij die gelegen is de molen namelijk omgebouwd tot een meer gebruikelijke korenmolen met een spoorwiel en drie, in plaats van één koppel stenen. Ook het luiwerk moet uit dat jaar dateren.
Inwendig verbergt deze molen een buitengewoon interessante constructie: het zeskant is in oorsprong zuiver Brabants, de hier aanwezige veldkruisen zijn later aangebracht. De enige vergelijkbare bestaande molen is die van Gassel, een achtkanter.
Met nog enkele wisselingen van eigenaar is de Mariamolen de jaren doorgekomen. In de Tweede Wereldoorlog fungeerde de molen nog als schuilplaats voor de lokale bevolking.
Uiteindelijk kwam hij in handen van het bekende molenaarsgeslacht Wagemans. Karel Wagemans, de laatste uit dit geslacht, deed de molen over aan zijn neef Piet Peters. Deze verkocht de molen in 1969 aan de gemeente Haps, maar bleef er wel molenaar. Dit bleef hij, steeds vaker geassisteerd door vrijwillige molenaars, tot 1998.
Intussen, 1972, had de molen een fikse opknapbeurt gekregen. Zo werden beide roeden vervangen. Het van Busselsysteem keerde hierna evenwel niet terug: de nieuwe roeden werden weer Oud-Hollands opgehekt. Vóór de restauratie was de askop rood met wit, het verbusselde wiekenkruis geheel grijs en de staart licht grijsgroen van kleur.
Vervolgens is jaren probleemloos met de molen gedraaid en ook gemalen. Pas in 2019 waren er weer serieuze zaken aan de orde: zo bleken beide roeden, inmiddels zo'n 47 jaar oud, behoorlijk aan het roesten. Minstens zo ernstig was de toestand van de askop: die vertoonde scheuren. Men besloot het gehele wiekenkruis te vernieuwen. Voor het vervaardigen van de nieuwe askop maakte constructiebedrijf Formaco gebruik van 3D-technieken. Zo kon men van de bestaande askop een zeer nauwkeurig gietmodel maken. De askop is vervolgens vervaardigd in een ijzergieterij in Turkije en daarna door Formaco verder voor gebruik geschik gemaakt.
Al met al waren de kosten van deze toch ingrijpende herstelbeurt niet eens bijzonder hoog: € 77.000,--.
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.
Meer over deze molen
Mariamolen te Haps
Locatie
Contact
Over de molen
Luiwerk: sleepluiwerk met luitafel