De huidige molen heeft een voorganger gehad: deze stond op circa 300 meter ten noordwesten van de Hervormde Kerk op een molenberg. Aan te nemen is, dat het ging om een standerdmolen. Die molen brandde in de vroege morgen van 26 maart 1872 af. De oorzaak van die brand is niet bekend.
Omdat die molen een schrik was voor alle passerende paarden was herbouw op dezelfde plek absoluut ondenkbaar (en zou ook in strijd met de toenmalige wettelijke bepalingen zijn geweest). Molenaar G. Meulenberg Dzn. liet vervolgens op een eigen stuk land de huidige molen bouwen.

In 1912 kreeg I.P. Meulenberg de Nooit Gedacht toebedeeld. In de aan de westzijde aangebouwde machinekamer plaatste hij een 20 PK benzinemotor. Vanwege een faillissement deed hij de molen ruim drie jaar later over aan P.W. Stoutjesdijk Azn. uit Stavenisse, die met een zuiggasmotor aan de slag ging.

In 1919 verving de nieuwe eigenaar L.A. Dorst de zuiggasmotor door een petroleummotor. In 1941 maakte die motor plaats voor een 27 PK elektromotor (welke in 1967, toen de molen al min of meer buiten bedrijf was, werd verwijderd). In een naburig pakhuis waren nog een kleine schoonmachine en mengketel met 3 PK elektromotor ondergebracht als aanvulling op het koppel 16der blauwe en kunststenen. De maalzolder moest deels verhoogd worden vanwege de hoge buil op de onderliggende verdieping.

In 1952 verwierf C.M.P. Dorst, die tot begin jaren zeventig beroepsmolenaar was, de molen.
In 1984 verkocht Dorst de Nooit Gedacht aan een speciaal voor de molen opgerichte stichting. Op dat moment verkeerde de molen al enige tijd in minder goede staat. In 1988 volgde een forse restauratie.

In 1996 werd vervolgens de aanbouw bij de inrijpoort verwijderd en in originele staat hersteld met een toegangsdeur met boograam erboven. De toogjes in de romp boven de ramen en deuren zijn gewit.