Sint Antonius te Weert

Sint Antonius

Weert, Limburg

Over Sint Antonius

Deze molen is gelegen op Laar, een buurtschap tussen Hushoven en Nederweert.
Theodorus Seerden, die op Nederweert-Eind woonde en daar molenpachter of molenaarsknecht was, bezat op de Bolketerakker een perceel bouwland, waarop hij een windmolen wilde laten bouwen. In 1902 vroeg hij daarvoor toestemming aan Gedeputeerde Staten en het gemeentebestuur van Weert. De toestemming werd verleend onder voorwaarde dat de windmolen tenminste 50 meter van de weg zou worden gebouwd. Deze voorwaarden had Peter Souts bedongen, die naast het perceel van Seerden een perceel bouwland in eigendom had. Hij baseerde zijn eis op het Reglement op de Openbare Wegen en Voetpaden in het Hertogdom Limburg van 1891. Dit is de reden, dat de molen op enige afstand van de weg staat.
Seerden zag van de bouw af. Of hij verkocht de pas gereedgekomen molen aan Cornelis Looyen, die molenaar op de standaardmolen van Nederweert-Budschop was. In 1911 werd bij de Laardermolen een molenaarshuis gebouwd. Looyen verkocht de molen met huis en tuin in 1919 aan Jan Mathijs Bruekers (spreek uit: Breukers). In die tijd maalde zijn broer Jacques op de windmolen van Roeven, een andere broer stond op de molen van Nederweert-Eind. Hun vader was Pierre Bruekers, destijds molenaar op Roeven.

In het begin van de jaren twintig waren enige windmolens in Weert en Nederweert voorzien van zelfzwichting. Mathieu Bruekers had eveneens interesse voor dit systeem. Zijn voorkeur ging uit naar een kleppenregeling met een zwicht- of regelstang door de as, die aan de staart van gewichten kon worden voorzien om de kleppen in een bepaalde stand te houden. Om dit aan te kunnen brengen moest de bovenas worden doorboord. Helaas verliep de boor tijdens het draaien; Bruekers liet toen een zwichtring aanbrengen. In die tijd stond onderin de molen een maalstoel en in een kazemat van de molenberg de zuiggasmotor. In 1935 werd deze vervangen door een staande gloeikop-ruwoliemotor van het merk Koppen & Frings uit Maastricht.
In 1949 verkocht Mathieu Bruekers de windmolen, die toen aan de Bullesweg stond, wegens gebrek aan een opvolger aan zijn pachter Janus de Wild. Eerder had deze bij Clijsters op Keent, A. Veugen te Ospel en Jan Verhagen op Boeket gewerkt. In 1949 en 1950 had De Wild de molen door de molenmakers Willem en Jos Adriaens uit Weert een herstelbeurt laten geven, waarna de molen in prima staat verkeerde.

Op 4 december 1954 kwam Limburg in de greep van een hevige storm. De molen op Laar werd er het slachtoffer van: een kruipaal en de vang begaven het, waarna de molen op hol sloeg. Het gevlucht werd met as en al uit de kap gerukt en viel op het magazijn. De schade was bijzonder groot. De Wild stelde echter alles in het werk om zijn molen te laten herstellen.
 
Na veel voorbereiding werd daarmee in februari 1957 een begin gemaakt. Van de afgebroken windmolen te De Mortel bij Gemert (N.B.) werden roeden, bovenas en -wiel gekocht. De bovenas (fabrikaat Fyenoord 1843), is voor Limburgse begrippen ongewoon kort. Het gangwerk, bestaande uit een stalen koningspil met gietijzeren spoorwiel en dito rondsels, is afkomstig van de windmolen van Wolfshuis bij Bemelen. Het koppel Jaspers-kunststenen is afkomstig van de Boonesmolen te Weert. Modern is hier ook de toepassing van een kruilier met rondgaande ketting.
In Bruekers' tijd lagen er twee koppel stenen. De koningspil was aan de onderzijde op de steenzolder met een zware taats in een pot gelagerd. Aan de bovenzijde bevindt zich een kussenblok. De houten bonkelaar is op een zwaar klauwijzer gemonteerd, dat op de kop van de spil ingrijpt. Hierdoor is een beweegbare koppeling verkregen, waardoor de invloed van het overkruien van de kap op de koningsspil is opgeheven.

Op deze windmolen werd vroeger, zoals ook op andere Weerter molens, veel bakrogge gemalen. Het zelf bakken van tarwebrood en de consumptie van roggebrood namen af naarmate de welvaart en daarmee het gebruik van witbrood toenam. Bruekers had in zijn tijd reeds een grote graanreiniger aangeschaft om bakrogge van onkruid e.d. te ontdoen. Bovendien had hij een buil voor het zeven van bloem uit tarwemeel. De molen van Laar behoorde destijds tot de best ingerichte windmolens van Weert.
De Wild plaatste in het midden van de jaren vijftig een mengketel en een hamermolen met een Cüldner-dieselmotor, een combinatie die destijds in Midden-Limburg meer voorkwam.
Maar op den duur was het zelf fabriceren van veevoer niet meer lonend. Na de windmolen werd ook de hamermolen stilgezet en werd er nog uitsluitend handel gedreven. De Wild liet de molen nog wel eens draaien, maar dat werd een uitzondering.

Omstreeks 1970 werd het bedrijf stilgelegd, de kinderen hadden geen interesse voor overname. Na het overlijden van het echtpaar De Wild-Houben werden in 1984 bij de boedelscheiding molen, huis, tuin, schuur en erf toegewezen aan dochter Petra, gehuwd met oud-molenmaker Jan Litjens.

Inmiddels was de molen, die al jaren niet meer had gedraaid en in verval was geraakt, aan groot herstel toe. Eind 1985 kon hiermee worden begonnen. Kap (grotendeels), staart en gevlucht werden vernieuwd en het gangwerk hersteld. Met een groots feest werd de molen op 6 juni 1987 weer in bedrijf gesteld.
Niet veel later - naar verluidt al in 1988 - volgde stilstand, en jaren later werd de molen met omringende landerijen en woonhuis, te koop gezet.

In 2006 volgde de verkoop. In mei 2010 werd er enige tijd weer gedraaid maar dat kon niet worden voortgezet, vanwege de toestand van wiekenkruis en staart.
In 2013 en 2014 hebben beide eigenaren, grotendeels in eigen beheer, de molen gerestaureerd. De roeden werden voor een grondige opknapbeurt tijdelijk verwijderd; het tot dan toe aanwezige Van Busselsysteem werd vervangen door Oud-Hollands. Ook een korte schoor is vervangen en verschillende andere werkzaamheden zijn uitgevoerd waardoor de molen na ruim 27 jaar weer draaivaardig was.

De molen heeft weer toekomst maar de ontwikkelingen van een industrieterrein op kortere afstand geven toch aanleiding tot zorgen. Er is geen vaste molenaar maar met de Molenstichting Weerterland zijn afspraken gemaakt om deze molen van tijd tot tijd in beweging te zetten.

Bouwjaar
1903
Functie
Molenaar
(geen vaste molenaar)
Telefoon
06-2239 5665
E-mailadres
Aandrijving
Adres
Neelenweg 17
6003 NR Weert
Limburg
Open op afspraak
Ja
Open voor publiek
Ja
Openingstijden
op afspraak
Schoolbezoek mogelijk
Nee

Word Molenvriend

Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.

of abonneer je op onze nieuwsbrief!
 

Meer over deze molen

Sint Antonius te Weert

Locatie

Bezoekadres
Neelenweg 17
Gemeente
Weert
Plaats
Weert
Postcode
6003 NR
Plaats (postadres)
Laar
Provincie
Rijksdriehoek: X
177985
Rijksdriehoek: Y
365218
WGS84: N (breedtegraad)
51.2758
WGS84: E (lengtegraad)
5.7166

Contact

Eigenaar
Bas en Anke Verheul-Beenders
E-mailadres
basverheul@online.nl
Telefoon
06-2239 5665

Over de molen

Inrichting
Aandrijving
Overbrengingsverhouding
1 : 5
Specificaties
1 koppel 17er kunststenen

Registratienummers

DHM-databasenummer
961
Rijksmonumentnummer
38465
Ten Bruggencatenummer
02804