Over Windlust
Deze molen werd in 1818 gebouwd als grondzeiler en in 1886 verhoogd tot stellingmolen.
Evert Klaassens Elema kocht deze molen in juli 1844 van Klaas Jochems de Haan. Een jaar later trouwde hij met Wemeltje Derks Meijer, maar overleed reeds in 1849. Zijn weduwe hertrouwde in 1851 met de muldersknecht Wijbe Klaassens van Dingen (die bij haar werkzaam was?). Ook hem was slechts een kort leven beschoren; hij overleed op 8 april 1873, slechts 55 jaar oud. Wemeltje Derks Meijer zelf overleed veel later, 17 januari 1900.
In maart van datzelfde jaar werd op verzoek van haar vijf kinderen, geboren uit twee huwelijken, de molen publiekelijk verkocht. Eén van die kinderen was Klaas van Dingen, gehuwd met Ida Holstein, was toen molenaar op de Windlust. Nieuwe eigenaar van molen met behuizinge en 8½ are grond werd Kornelis Boersma; gehuwd met Jantje Til. Kornelis overleed op 10 januari 1914, waarna het bedrijf overging op zijn ongehuwde zoon Hendrik. Deze zou pas later trouwen met Diewerke Jantina Nienhuis.
In ‘De Molenaar’ van 4 juli 1956 bood Hendrik Boersma zijn "goed onderhouden windkorenmolen, met woonhuis en grote tuin", te koop aan. In datzelfde jaar werd het complex door de toenmalige gemeente Kantens aangekocht voor ƒ 8.000,--. De officiële overdracht vond plaats op 14 februari 1957.
In 1961/62 volgde een restauratie, waarbij de molen onder meer nieuwe roeden kreeg. Bijzonder: het waren de eerste metalen roeden voor deze molen. De toen vervangen houten roeden waren in 1946 gestoken en afkomstig van zaagmolen Nooitgedacht van Ten Post.
Een algehele restauratie volgde in de jaren 1975-’76, waarmee een bedrag van ƒ 130.000,-- was gemoeid. De firma Bremer vernieuwde vrijwel de gehele kap, waartoe de molen enige tijd onttakeld stond. Vervolgens werd die nieuwe kap, compleet met de reeds gestoken en opgehekte buitenroede, geplaatst. De officiële ingebruikname volgde op 14 augustus 1976.
Opmerkelijk is de situatie van het pelwerk: rond 1945 zijn de twee pelstenen verwijderd, dat wil zeggen: zij bevinden zich thans los op de begane grond, dus zonder functie. Voor het overige is de pellerij helemaal compleet met twee schijflopen, pelkuipen met blik en schuiven, schootemmers, pelrompen, schudzeef en waaierij.
Als de molen draait draaien de pelspillen mee: molenaar Herman Wubbolts heeft zelf indertijd rijnen gemaakt waardoor de pelspillen gewoon mee kunnen draaien. Op de spillen zitten riemen waarmee de waaierkast inwerking wordt gesteld. Voor de hand ligt de vraag: "Waarom zijn die stenen (nog) niet teruggeplaatst?".
Dunning Molenbouw voerde eind 2012 groot onderhoud uit: zo werden korte spruit, een lange schoor en de windpeluw met voorkeuvelens vervangen.
Na telefonische afspraak
Word Molenvriend
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.