Rode Molen te Oud Ade

Oud Ade, Zuid-Holland
De Rode polder (195 ha, opvoerhoogte 1,6 m.) werd tot begin 1959 op windkracht bemalen. Iets eerder, in 1957, had men vastgesteld dat de molen ingrijpend herstel nodig had. Vervolgens besloot het polderbestuur tot de bouw van een vijzelgemaal, waarna de molen niet langer werd gebruikt.
Na enige jaren van stilstand en verval werd de molen tussen 1968 en 1974 gerestaureerd en als reservegemaal instand gehouden. Later, in het tijdperk van vrijwillig molenaarschap, werd ook weer geregeld met de molen gedraaid en soms gemalen.
In de loop van 2013-2014 stelde men vast dat de molen aan het verzakken was: er ontstonden scheuren in de veldmuren en waterlopen. Verder was de molen toen nauwelijks maalvaardig te noemen: de vijzel stond door inklinking van de polder vrijwel droog.
Besloten wordt tot een grote restauratie waarbij de fundering vrijwel geheel werd vernieuwd, evenals de voor- en achterwaterloop. Ook heeft men een nieuwe verlengde vijzel aangebracht in een verdiepte en verlengde vijzelkom:
Deze ingrijpende restauratie, die een flinke periode in beslag nam, werd op 12 mei 2017 afgerond met een feestelijke ingebruikname. Wethouder mw. Peters van de gemeente Kaag en Braassem lichtte de vang.
Nederland zonder molens is ondenkbaar. Maar om deze monumentale iconen te laten draaien en malen is geld en aandacht nodig.